ROC Mondriaan

Code deel 1 h7 taak 3

Het pronomen personale bij dingen  - blz. 177 
Singularis 
de tafel is zwart - hij is zwart
ik koop de tafel - ik koop hem
het boek is zwart - het is zwart
ik koop het boek- ik koop het
Pluralis
de tafels/de boeken zijn zwart - ze zijn zwart
ik koop de tafels /de boeken - ik koop ze
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolBasisschoolPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsMBOHBO

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Het pronomen personale bij dingen  - blz. 177 
Singularis 
de tafel is zwart - hij is zwart
ik koop de tafel - ik koop hem
het boek is zwart - het is zwart
ik koop het boek- ik koop het
Pluralis
de tafels/de boeken zijn zwart - ze zijn zwart
ik koop de tafels /de boeken - ik koop ze

Slide 1 - Slide

Heb je de pen van Marie gezien?Ja, ik heb ______ergens gezien
A
het
B
hem
C
hij
D
ze

Slide 2 - Quiz

waar staat de tafel?________staat achter de bank
A
het
B
hij
C
ze
D
zij

Slide 3 - Quiz

Heb je de kamers opgeruimd?Nee, ik heb ______niet opgeruimd
A
hem
B
hij
C
ze
D
zij

Slide 4 - Quiz

weet je waar het café ligt? ja, ______ligt in het centrum van de stad.
A
hij
B
ze
C
zij
D
het

Slide 5 - Quiz

Waar zijn mijn boeken?_______zitten in je tas.
A
hij
B
het
C
ze
D
dat

Slide 6 - Quiz

hebben jullie mijn huis gezien?nee, we hebben_______niet gezien
A
ze
B
het
C
hij
D
hem

Slide 7 - Quiz

heb je de pizza gegeten?Ja, ik heb________gegeten.
A
het
B
ze
C
hij
D
hem

Slide 8 - Quiz

Stel de volgende vragen aan je medecursist en geef antwoord door het pronomen personale te gebruiken.(hij, hem,het of ze)Wissel van rol!Werk met z'n tweeën!
1.Heb je de film'' de titanic '' gezien?
2.Waar is mijn tas?
3.Heb je het boek ''klare taal '' gelezen?
4.Hebben jullie de sleutels gevonden?
5.Vind je deze stoel mooi?
6.Vind je dit onderwerp interessant?
7.Waar zijn je spullen?
8.Wanneer maak je het huiswerk?
9.Heb je de bloemen gekocht?

Slide 9 - Slide

De plaats van''niet'' in de zin - bladzijde 177

Ik lees het boek niet.                           Eind van de zin

Ik ga niet naar Amsterdam.              Voor prepositie

De koffie is niet warm.                         Voor zelfstandig adjectief

het gaat niet goed.                               Voor adverbium / bijwoord

Ik wil niet sporten.                                Voor infinitief (2 e verbum)

Slide 10 - Slide

Maak de negatie van de volgende zinnen door ''niet te gebruiken.
1.Ik lees het boek                        
2.Ze weten het                             
3.Zijn werk is leuk
4.Wat heb je gedaan?
5.Ga je naar de bioscoop?
6.Peter is morgen thuis
7.Ze komt vandaag
8.Hij wil vandaag koken

Slide 11 - Slide

Schrijven e-mail

blz.168 opdracht 8 
Schrijf de e-mail met de uitnodiging

opdracht 9
schrijf een e-mail terug.
Reageer. 
Kun je niet komen? Schrijf op waarom niet.


Slide 12 - Slide

Klaar ?

Lees Cultuur blz. 169 
lees samen de tekst en beantwoord de vragen op 
blz. 169.
Schrijf de antwoorden op blz. 170

Slide 13 - Slide