What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
ROC Mondriaan
‹
Return to search
1.6 deel 1
Lesdoel
Je kan soorten woningen in Nederland noemen.
1 / 60
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
60 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lesdoel
Je kan soorten woningen in Nederland noemen.
Slide 1 - Slide
Waar kan je in wonen?
Slide 2 - Mind map
Welke soort woning(en)
ken je al?
Slide 3 - Mind map
In wat voor soort huis heb jij gewoond?
Slide 4 - Open question
Wonen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Eengezinswoning
Dit is altijd een volledig gebouw, dus zonder onder- of bovenburen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Ik woon in Alkmaar. Woon ______ ook in Alkmaar?
A
wij
B
je
C
zij
D
jij
Slide 9 - Quiz
Ik woon in een ....
A
Stad
B
Dorp
Slide 10 - Quiz
In ................. wonen veel mensen.
A
de stad
B
het dorp
Slide 11 - Quiz
In welke ................. woon jij? Ik woon in Amstelveen.
A
plaats
B
Nederland
C
buurman
D
wonen
Slide 12 - Quiz
In een flat wonen ….
A
veel gezinnen.
B
weinig gezinnen
Slide 13 - Quiz
Ik woon op de 5e ......
A
verdieping
B
flat
Slide 14 - Quiz
Op welke ................ woon jij? Ik woon op de hoogste.
A
want
B
door
C
verdieping
D
huur
Slide 15 - Quiz
Wat is dit?
A
Camper
B
Caravan
C
Tent
D
Bus
Slide 16 - Quiz
Wat is dit?
A
Bus
B
Caravan
C
Camper
D
Tent
Slide 17 - Quiz
Wat is dit?
A
Hoekhuis
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 18 - Quiz
Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 19 - Quiz
Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 20 - Quiz
Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 21 - Quiz
Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
"Om te sparen hoef je niet meer te verdienen maar moet je...."
A
hard werken
B
een rijke familie hebben
C
naar school
D
minder geld uitgeven
Slide 24 - Quiz
Waar wil jij wonen?
Slide 25 - Mind map
Rijtjeshuis
Een huis dat in een rij staat en aan beide kanten is ingesloten door een ander huis.
Slide 26 - Slide
Villa
Een groot en luxe huis met een tuin eromheen.
Slide 27 - Slide
Bungalow
Een vrijstaand huis dat alle kamers op de begane grond heeft.
Slide 28 - Slide
Flat
Een hoog gebouw met woningen boven elkaar.
Slide 29 - Slide
Appartement
Een woongedeelte in een groot huis.
Slide 30 - Slide
Vakantiehuis
Een woning waar je in de vakantie een tijdje bent.
Slide 31 - Slide
Verzorgingshuis
Een gebouw of gebouwen waarin bejaarden wonen en verzorgd worden.
Slide 32 - Slide
Noem minimaal 8 soorten woningen in Nederland.
Slide 33 - Open question
Het appartement
Een woning die een deel is van een groter gebouw.
Slide 34 - Slide
De buurt
Een klein deel van een stad of dorp, meestal van maar een paar straten.
Slide 35 - Slide
Het centrum
Het midden van een stad of een dorp, de binnenstad.
Slide 36 - Slide
De gemeente
Een gebied dat door een burgemeester wordt geleid.
Slide 37 - Slide
Huren
Iets tegen betaling lenen.
Slide 38 - Slide
Inschrijven
Je ergens officieel voor aanmelden.
Slide 39 - Slide
Het legitimatiebewijs
Officieel papier of pasje waarmee je kunt bewijzen wie je bent.
Slide 40 - Slide
Het pand
Het gebouw.
Slide 41 - Slide
Het park
Een grote tuin waar iedereen mag komen.
Slide 42 - Slide
Het platteland
Een gebied dat buiten de stad ligt, waar vaak boerderijen zijn.
Slide 43 - Slide
De
R
andstad
Het gebied in het westen van Nederland waar veel grote steden liggen.
Slide 44 - Slide
Verblijven
Ergens zijn.
Slide 45 - Slide
Verbouwen
Iets veranderen door te bouwen of af te breken.
Slide 46 - Slide
De wijk
Een groter deel van de stad of dorp met een eigen naam.
Slide 47 - Slide
Mijn ouders ....... de woonkamer, omdat ze een grotere woonkamer willen.
A
verblijven
B
verbouwen
C
huren
D
inschrijven
Slide 48 - Quiz
Wij ...... tijdens onze vakantie in Spanje een vakantiehuisje.
A
verblijven
B
verbouwen
C
huren
D
inschrijven
Slide 49 - Quiz
Omdat ik net verhuisd bent, moet ik mij ..... bij de gemeente.
A
verblijven
B
verbouwen
C
huren
D
inschrijven
Slide 50 - Quiz
Mijn vader ..... deze week voor zijn werk in het buitenland.
A
verblijft
B
verbouwt
C
huurt
D
inschrijft
Slide 51 - Quiz
Rond het kasteel lag een groot ..... met grote bomen.
A
platteland
B
park
C
centrum
D
buurt
Slide 52 - Quiz
In deze ..... staan de grootste huizen van ons dorp.
A
platteland
B
park
C
centrum
D
buurt
Slide 53 - Quiz
In het ..... van onze stad vind je veel leuke winkels.
A
platteland
B
park
C
centrum
D
buurt
Slide 54 - Quiz
Op het ...... zie je soms prachtige boerderijen.
A
platteland
B
park
C
centrum
D
buurt
Slide 55 - Quiz
In de ..... wonen veel mensen dicht op elkaar.
A
pand
B
wijk
C
appartement
D
Randstad
Slide 56 - Quiz
In dat ..... vind je een goede snackbar en een kapper.
A
pand
B
wijk
C
appartement
D
Randstad
Slide 57 - Quiz
Lisa woont in de ........ ' Soesterkwartier'.
A
pand
B
wijk
C
appartement
D
Randstad
Slide 58 - Quiz
Rachid woont in een ...... midden in de stad.
A
pand
B
wijk
C
appartement
D
Randstad
Slide 59 - Quiz
Slide 60 - Slide