pathologie cel

• Anatomie
• MBO
• Studiejaar 1

Beschrijving van Verschillende Ziekten

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de oorzaken en effecten van verschillende ziekten zoals kanker, diabetes, sikkelcelanemie, hemofilie, amyloïdose, cystic fibrosis, HIV/AIDS, Huntington's ziekte, Downsyndroom en Alzheimer's ziekte uitleggen.
• Aan het einde van de les kun je de verschillen en overeenkomsten tussen deze ziekten identificeren.

Wat weet je al over verschillende ziekten?

Oorzaken en effecten van kanker

• Kanker wordt gekenmerkt door ongecontroleerde celgroei.

Oorzaken en effecten van diabetes

• Diabetes is een aandoening waarbij de cellen niet goed reageren op insuline.

Oorzaken en effecten van sikkelcelanemie

• Sikkelcelanemie is een genetische aandoening waarbij rode bloedcellen een abnormale vorm aannemen.

Oorzaken en effecten van hemofilie

• Hemofilie is een genetische aandoening waarbij de bloedstolling niet goed werkt.

Oorzaken en effecten van Downsyndroom

• Downsyndroom is een genetische aandoening met een extra kopie van het 21e chromosoom.

Oorzaken en effecten van Alzheimer's ziekte

• Alzheimer's ziekte is een neurodegeneratieve aandoening gekenmerkt door geheugenverlies en cognitieve achteruitgang.

Definitielijst

• Kanker: Een ziekte gekenmerkt door ongecontroleerde celgroei
• Diabetes: Een aandoening waarbij de cellen niet goed reageren op insuline
• Sikkelcelanemie: Een genetische aandoening waarbij rode bloedcellen een abnormale vorm aannemen
• Hemofilie: Een genetische aandoening waarbij de bloedstolling niet goed werkt
• Downsyndroom: Een genetische aandoening met een extra kopie van het 21e chromosoom

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.