Belangrijk: deze les wordt gedifferentieerd aangeboden. Een deel van de instructie wordt gezamenlijk aangeboden, ook zijn er soms gezamenlijke opdrachten. Daarnaast zijn er instructiemomentjes en opdrachten specifiek voor 1 groep. Dit wordt op de slides aangegeven met gekleurde stippen en het cijfer van de groep. De slides zelf hebben ook gekleurde stippen die voor de leerlingen zichtbaar zijn wanneer zij de les openen via hun persoonlijk account in lessonup. Hierdoor kan je na gezamenlijke instructie leerlingen meteen zelf aan de slag laten gaan met eigen opdrachten. Of kies je ervoor dat 1 groep al zelfstandig aan de slag gaat en heb je tijd om de andere groep nog instructie te geven.
Hieronder het kleurenpallet:
groep 5 – paars, groep 6 – geel, groep 7 – blauw, groep 8 – groen, beide groepen = rood.
Aanbod
Start de les met het bespreken van het doel: Ik kan de voegwoorden en, dus, of, maar, want, omdat gebruiken om zinnen aan elkaar te verbinden.
Vervolgens start je de uitleg van de les. Geef aan dat het eerste deel voor groep 6 herhaling is maar dat de opdrachten wel nieuw zijn (vragen worden om en om aangeboden voor groep 5 en 6).
Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.
Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.
Voorbeelden van voegwoorden:
en - want - of - maar - omdat - dus.
We gaan ze nu per voegwoord bekijken (zie lesson-up slides). Neem de slides klassikaal door en bekijk en bespreek hierbij ook de voorbeelden.
Klassikaal bekijk je de uitlegvideo over het verbinden van twee zinnen aan elkaar door middel van een voegwoord.
Bron: Lotte Pacquee (www.youtube.com).
Na de uitlegvideo kunnen je klassikaal de opdrachten (gedifferentieerd) aanbieden. Je kan er ook voor kiezen om de leerlingen zelfstandig de les te laten openen en de opdrachten te laten maken (deze kijk je achteraf dan na).
Speel klassikaal kaboem op slide 31 en kijk wie er als winnaar uitkomt wanneer de timer na 5 minuten stopt.
Uitleg: Draai het rad. Maak een zin met het voegwoord dat je draait. Elke zin levert 1 punt op. Draai je KABOEM ...? Dan ben je al je punten weer kwijt. Wie heeft het meeste punten na 5 minuten?
Voor groep 5 is de instructie en in-oefening klaar na het spelen van kaboem. Zij krijgen werkbladen en kunnen aan de slag. Voor groep 5 zijn er geen online opdrachten voor de weektaak in Junior Einstein.
Je gaat nu door met groep 6, zij krijgen er nog twee nieuwe voegwoorden bij en oefenen met het veranderen van de zinsvolgorde bij gebruik van voegwoorden.
De voegwoorden die erbij komen zijn nadat en terwijl. Bekijk de voorbeelden en start dan met de oefeningen om te bekijken of de leerlingen de voegwoorden kunnen gebruiken in zinnen.
Soms verandert er, met gebruik van voegwoorden, de woordvolgorde, we bekijken eerst een uitlegfilmpje hierover:
Bron: Nederlands met Anne (www.youtube.com).
Na de uitlegvideo volgen er nog enkele oefeningen om te oefenen met woordvolgorde en het gebruik van voegwoorden.
Ook groep 6 krijgt daarna de werkbladen uitgedeeld en geef aan dat er taken klaar staan in de weektaak.
Op het lesblad vind je de linkjes naar de weektaak en een extra spelidee voor in de klas.