ROC Mondriaan

anatomie bloedsomloop, bloeddruk

1 / 36
next
Slide 1: Slide
anatomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

anatomie, wat gaan we doen:
* Kracht van de herhaling
* Vragen bespreken bloed en hart en bloedvaten
* theorie bloedsomloop systole, diastole en bloeddruk
* Vragen
* Huiswerk

Slide 2 - Slide

1. Beschrijf de 3 functies van bloed en geef een korte uitleg bij iedere functie.
• Transportmiddel (O2, CO2,voedingsstoffen, afbraakproducten, hormonen, warmte)
• Afweer (ziektekiemen onschadelijk maken door witte bloedlichaampjes en antistoffen)
• Stolling (bloedplaatjes en stollingsfactoren zorgen voor het plaatselijk vormen van een bloedklontje en vorming van een net werk van draden die samen een korstje vormen)
2. Hoeveel liter bloed heeft een mens?
Ongeveer 5 liter
3. Waaruit bestaat het bloed? Het bestaat uit voor 55 % uit Vloeibaar deel:: water en opgeloste stoffen.
Verder bestaat het voor 45 % % uit Vast deel: bloedlichaampjes (rode-, witte- en bloedplaatjes)

Slide 3 - Slide

4. Plasma bestaat uit bloed zonder vaste bestanddelen en de eiwitten: albumine, globuline en fibrinogeen. Het heeft een heldere vloeistof, serum kleur als de bloedlichaampjes er niet meer inzitten.
5. Plasma wordt serum als je het bloedeiwit fibrinogeen eruit haalt, want dit zorgt samen met een aantal andere factoren voor de stolling
6. Welke 3 soorten bloedlichaampjes heb je in het bloed?
Rode bloedcellen (erythrocyten)

Slide 4 - Slide

7. Welke stof zit er in de rode bloedlichaampjes? En wat is de functie?
Hemoglobine (binden van O2)
8. Waar in het lichaam worden de rode bloedlichaampjes aangemaakt?
In het beenmerg
9. Hoe oud worden de rode bloedlichaampjes?
Ongeveer 100 dagen
10. Wat is de functie van de witte bloedlichaampjes?
Afweer  bescherming van ons lichaam tegen vreemde stoffen, bacteriën en virussen



Slide 5 - Slide

11. Welke 3 soorten witte bloedlichaampjes ken je en wat is de functie van deze bloedlichaampjes?
Granulocyten en monocyten (bestrijden bacteriën en ruimen dode celresten op)
Lymfocyten ( maken afweerstoffen tegen virusinfecties
12. Wat is de functie van de bloedplaatjes in ons lichaam?
Stolling
13. Wat zijn antistoffen?
Eiwitten die geproduceerd zijn door de B lymfocyten als reactie op antigenen
( stoffen op cellen die het lichaam niet herkend )

Slide 6 - Slide

14. Je kunt op 3 manieren antistoffen maken. Welke 3 manieren zijn dat?
Doormaken van een ziekte, vaccinatie, passieve immunisatie
15. Je hebt verschillende bloedgroepen. Welke zijn dat?
A, B, AB, O en het rhesus systeem

 











Slide 7 - Slide

b. Beschrijf de 3 soorten bloedvaten met hun belangrijkste kenmerken
Slagaders = zuurstofrijk bloed
Aders = zuurstofarm bloed
Haarvaten = steeds kleinere aders naar de weefsels

12. Tricuspidalesklep
13. Halve maanklep rechts


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

1. Re boezem
2. Li boezem
3. Bovenste holle ader
4. Aorta
5. Longslagader
6. Longaders
7. Mitralisklep
8. Halve maanklep links
9. Li. kamer
10. Re. Kamer
11. Onderste holle ader
12. Tricuspidalesklep
13. Halve maanklep rechts

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Afsluiting:
Hoe vonden jullie de les in deze opbouw?
volgende week: lymfe lymfatisch systeem immuniteit

Huiswerk: vragen maken week 14 de bloedsomloop, zie teams
ter voorbereiding volgende week: lezen blz 71/75 uit je boek

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide