LSV jaar 3 Week 42

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 3

Week 42

- Je kunt informatie over eten vragen

- Je kent de belangrijkste nationaliteiten

- Je oefent met lezen en luisteren.

Nacionalidades

Dirk es holandés.

Lieke es holandesa.

Azziz es marroquí.

Mary es canadiense.

Wat valt je op?

kleine letters

soms m/v soms dezelfde vorm

Platos típicos - TB 9, p46

A. Koppel de gerechten aan de foto

B. Benoem de voorgerechten
(tik het getal in)

1 - 2 - 4 - 10

B. Benoem de hoofdgerechten
(tik het getal in)

3 - 6 - 7 - 9

B. Benoem de nagerechten
(tik het getal in)

5 - 8

C. ¿Lleva huevo?

1 - 5 - 6

C. ¿Lleva tomate?

2 - 3 - 4 - 9 - 10

C. ¿Lleva leche?

5 - 8?

C. ¿Se come caliente?

1? - 3 - 5? - 6 - 7 - 9 - 10

C. ¿Se come frío/-a?

1? - 2 - 4 - 5? - 8

WB 14b - p44

Verbeter de foute zinnen:

1. No es una especialidad mexicana sino una especialidad 

    andaluza, del sur de España.

3. No se toma en enero o febrero, sino se toma en julio y agosto.

4. No se toma caliente, se toma frío.

5. No lleva muchas verduras, solo tomata y ajo.

VERDADERO

FALSO

1. Es una especialidad mexicana.

2. Se toma de primer plato.

3. Se toma en enero o febrero.

4. Se toma caliente.

5. Lleva muchas verduras.

6. Los vegetarianos lo pueden comer.

7. Se come con jamón y huevo.

WB 15 p44

A. ¿De qué hablan?

Vul de teksten aan.

B. Schrijf nu zelf een korte omschrijving van 3-5 zinnen bij een 

     gerecht. Lever deze zinnen in in Teams

       

Welk woord hoort er niet bij?

1. carne
2. pollo
3. filete
4. delgado

Welk woord hoort er niet bij?

1. postre
2. primo
3. segundo
4. bebida

Welk woord hoort er niet bij?

1. turco
2. austríaco
3. gazpacho
4. suizo

Welk woord hoort er niet bij?

1. domingo
2. miércoles
3. comes
4. jueves

Opdrachten

WB 15b (p44)*

Leestekst F *

Luisteropdracht F *

Lever de opdrachten met een * in op Teams vóór maandag 9.00u

¡Buenas!