In tweetallen.
Opdracht 4, bladzijde 31: maak 123-zinnen.
Maak zoveel mogelijk zinnen met deze woorden.
Schrijf de zinnen in je schrift.
We bespreken opdracht 4 over 5 minuten.
Klaar? Ga verder met opdracht 6, bladzijde 33. Schrijf deze zinnen in je schrift.