AOO3A periode 9 week 1

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 3

AOO3A

• Examen Lezen B1
• Examen Schrijven A2

Werkwijze

Thuis

- lezen en schrijven

- zelfstandig en in eigen tempo aan de slag

- zoek ook eigen leerdoelen deze periode

Op school

- samen oefenen en aanvullende vragen stellen

Materialen

Teams voor :                                                                   Meta Profesional voor:

- het inleveren van opdrachten                             - in de les

- nakijkbladen                                                                - basis in Spaans

- luisterfragmenten

LessonUp voor :                                                            Reader voor:

- tijdens de les en huiswerktaken                         - toetsvoorbereiding

Examen lezen B1

3 leesopdrachten

voorbeelden vind je in de reader pag. 63-75

Examen schrijven A2

2 schrijfopdrachten:

1. (open) sollicitatiebrief

2. brief rondom woonruimte of woonomgeving

5 opdrachten in je reader (pag 93-96)

Inleveren via Teams (verplicht!)

Week 1

- Wij leren hoe je een (formele) brief begint en eindigt 

- Wij herhalen woordenschat over de studie en wonen

- Wij herhalen de zinsopbouw

- Wij schrijven een brief over onze 

studie

- Wij oefenen onze leesvaardigheid

- Wij herhalen grammatica

¿qué estudias?

¿cuáles asignaturas
tienes?

Wat zoek je in
een woning?

Hoe kun je woning
zeggen in het Spaans?

Busco un piso...
(eigenschappen)

Opdrachten week 1

- Lees de tekst en maak in je reader opdracht 1 op pag 93 

> maandag voor 9.00uur inleveren 

- Herhaal indien nodig de stof op pag 76-81 van je reader (leer dit!)

- Maak leesopdracht M (reader pag 60) 

   Tip: vertaal eerst de stellingen

- Maak de quiz in de volgende slides

- Zie de links in de laatste slides met extra oefeningen (online)

Juan ... en el aeropuerto.

1. trabajo
2. trabaja
3. trabajan
4. trabajas

Viajo ... avión.

1. a
2. con
3. en

El vuelo KL495 ... en el aeropuerto internacional de Schiphol.

1. aterriza
2. aterrizo
3. sale
4. salgo

El vuelo con ... Valencia sale en 30 minutos.

1. destination
2. procedencia
3. destino
4. aeropuerto

... piloto

1. yo estudio
2. soy estudio
3. yo soy

Trabajo ... el aeropuerto.

1. a
2. sobre
3. abeja
4. en

Mis estudios son ...

1. aburrido
2. aburrida
3. aburridos
4. aburridas

Mi profesora es ...

1. aburrido
2. aburrida
3. aburridos
4. aburridas

Mi trabajo es ...

1. aburrido
2. aburrida
3. aburridos
4. aburridas

Mis vacaciones en período Corona son ...

1. aburrido
2. aburrida
3. aburridos
4. aburridas

Estudio

1. para Oficial de Operaciones Aéreas
2. para Official de Operationes de Aviación
3. Oficial de Operaciones Aéreas
4. Official de Operationes de Aviación

Este verano

1. he trabajado mucho
2. hemos trabajado mucha
3. muchos trabajos

El español ...

1. me gusta
2. me no gusta
3. me gusto
4. me mucho gusta

Aan welk onderdeel wil je graag werken?
bijv. werkwoorden, woordenschat, bijvoeglijke naamwoorden, voorzetsels

Extra (online) oefeningen

1. werkwoorden

2. woordenschat

3. woordvolgorde

4. 25 belangrijke werkwoorden om te leren

5. bijvoeglijke naamwoorden

6. ZIJN: ser, estar, hay

www.verbuga.eu

www.ver-taal.com

https:

https:

https:

https: