M3A - week 4

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 3

Week 4 - les 1

- Wij voeren gesprekjes over het 

   weekend

- Wij oefenen met de opbouw van

   een memo

- Wij schrijven memo 2

¿Qué tal?

¿Cómo estáis?

¿Qué tal el fin de semana?

¿Qué has hecho el fin de semana?

Este fin de semana he ...

Viajo ... mi esposa y mis hijos.

El hotel Meliá está ... Madrid.

Los turistas viajan ... España.

Dos cervezas, ... favor

Trabajo ... las tres

Una habitación ... ducha.

Un café ... leche, por favor.

El vuelo ... Barajas tiene una hora de retraso.

Tengo una pregunta ... usted.

Soy vegana, quisiera un chile ... carne.

Verbos -AR-ER -IR

Verbos-ar-er-ir

La recepción está abierta ... las diez de la noche.

La tarea

Wat?	Zet de paragrafen in de juiste volgorde zodat er een memo ontstaat
Hoe?	In tweetallen
Tijd?	15 minuten
Hulp?	Bekijk de opdrachten op pag 10-18
Klaar?	Begin dan op pag 57 met het voorbereiden van de gesprekken

La tarea > 

inleveren tijdens de les vrijdag!

Wat?	Schrijf memo 2 op pag 41
Hoe?	Individueel op papier of laptop
Tijd?	30 minuten
Hulp?	Bekijk de opdrachten op pag 10-18
Klaar?	Begin dan op pag 57 met het voorbereiden van de gesprekken

Week 4 - Les 2

- Wij herhalen grammatica en 

   woordenschat

- Wij bereiden een gesprek voor

- Wij maken de memo af

¿Qué tal?

¿Qué vas a hacer este fin de semana?

 ¿Cuáles planes tienes?

Este fin de semana voy a ...

Vertaal:
De bus vertrekt over 10 minuten.

1. El autobús sale en 10 minutos.
2. El autobús departe en 10 minutos.
3. El autobús llega en 10 minutos

Vertaal:
Hoe wilt u afrekenen?

1. ¿Cómo quieres pagar?
2. ¿Cómo quiere pagar?
3. ¿Cúando pagará?
4. ¿Cuánto debe pagar?

Vertaal:
Hoe vindt u het nieuwe zwembad?

1. ¿Busca la nueva piscina?
2. ¿Encuentra la nueva piscina?
3. ¿Qué le parece la nueva piscina?
4. ¿Hay buena piscina?

Hoe zeg je dat je met een pinpas betaalt?

1. con tarjeta
2. con pin
3. a contado
4. en efectivo

Bij voorbaat dank.

1. muchas gracias
2. gracias en advance
3. gracias primeras
4. gracias de antemano

Vertaal:
de kussens

1. los besos
2. las cunas
3. las mantas
4. las almohadas

Vertaal:
de gast

1. el cliente
2. el huésped
3. el gasto
4. el compañero

Vertaal:
van 13 tot 17 mei

1. desde el 13 de mayo hasta el 17 de mayo
2. para 13 de mayo para 17 de mayo
3. de 13 de mayo a 17 de mayo
4. del 13 de mayo al 17 de mayo

Vertaal:
Ik leg u de rekening uit.

1. Le explico la cuenta
2. Le cuento la cuenta
3. Le imprimo la factura
4. Le mando la cuenta

Vertaal:
in het systeem zoeken

1. hacer el check in
2. poner en el sistema
3. apagar el ordenador
4. buscar en el sistema

Wat zijn geen aanvullende kosten op de rekening?

1. las bebidas del minibar
2. el aparcamiento
3. el secador de pelo
4. la caja fuerte

Waaraan moet
een goede brief
voldoen?

Waaraan moet
een goed gesprek
voldoen?

La tarea 

Wat?	Bereid de dialoog voor op pag 54
Hoe?	In tweetallen
Tijd?	20 minuten
Hulp?	Bekijk de zinnen die je vertaald hebt
Klaar?	Maak de opdrachten op pag 10-18

La tarea 

Wat?	Voer het gesprekje op pag 55
Hoe?	In tweetallen
Tijd?	5 minuten
Hulp?	Bekijk de zinnen die je vertaald hebt op pag 51-53
Klaar?	Maak de opdrachten op pag 10-18

La tarea > 

inleveren tijdens deze les!

Wat?	Schrijf memo 2 op pag 41
Hoe?	Individueel op papier of laptop
Tijd?	30 minuten
Hulp?	Bekijk de opdrachten op pag 10-18
Klaar?	Begin dan op pag 57 met het voorbereiden van de gesprekken

Verbos -AR-ER -IR

Verbos-ar-er-ir

Extra (online) oefeningen

1. werkwoorden vervoegen

2. woordenschat

3. woordvolgorde

4. 25 belangrijke werkwoorden om te leren

5. veelgebruikte bijvoeglijke naamwoorden

6. bijvoeglijke naamwoorden

7. gebruik van de werkwoorden ser, estar, hay en tener

www.verbuga.eu

www.ver-taal.com

https:

aprendehablando.com

www.todo-claro.com

https: