ROC Mondriaan

uitdrukkingen voor een discussie

Uitdrukkingen voor een discussie
We gebruiken het boekje O, zeg dat dan, p. 64-73.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
ANT2+Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Uitdrukkingen voor een discussie
We gebruiken het boekje O, zeg dat dan, p. 64-73.

Slide 1 - Slide

Auteur: Jan Zandstra, uitgeverij: Kleurrijker (2019). 

Let op:
  • Je vindt hier ook uitdrukkingen die niet geschikt zijn voor een discussie: bijvoorbeeld over veel of weinig
  • Sommige uitdrukkingen passen wel bij een discussie, maar zijn niet geschikt omdat ze grof of plat zijn

Zoek uitdrukkingen om iemand gelijk te geven.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

iemand gelijk geven 
Groot gelijk!
Wat je zegt!
Zeg dat wel!
Dat zou ik ook zeggen.
Nou en of!
Absoluut!
Ik sta (wel) achter zijn / haar / jouw argumenten.
Ik vind van wel. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zoek uitdrukkingen om iemand ongelijk te geven.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

iemand ongelijk geven
Dat is niet het geval.
Hoe kóm je erbij!
Dat slaat nergens op!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zoek uitdrukkingen om iemand gedeeltelijk gelijk te geven.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Je hebt misschien gelijk.
Daar zit wat in.
Dat zal wel.
Ja, maar...
Wat maakt dat nou uit?
En wat dan nog?
Nou, en?

Het is maar hoe je het bekijkt.
Dat ligt er maar aan.
Ja, daar niet van, maar…
Ja, dat zal wel, maar... 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zoek uitdrukkingen om standpunten samen te vatten.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

versterken

Daar gaat het nou net om.
Dat heeft er alles mee te maken.
Daar kun je van op áán.
Dat is zo klaar als een klontje.
Dat is nogal wiedes!
Zeg nou zelf.


afronden

Het komt erop aan dat…
Al met al…
Laten we het hier maar op hóuden.
Affijn…
Zodoende.
… zal ik maar zeggen.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zoek uitdrukkingen die aangeven dat je iets niet (precies) weet.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Ik weet het niet
Goeie vraag.
(Weet ik veel!)

ongeveer, niet precies
pak ‘m beet, ...
..., daar wil ik vanaf zijn
..., zal ik maar zeggen

gemiddeld, normaal
door de bank genomen 

in een opsomming
onder meer ... 
onder andere ... 
... enzovoort
 … en noem maar op

meer dan gemiddeld
behoorlijk
aardig


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bingo!

Slide 12 - Slide

Kopieer de kaart voor de leerlingen.
Bingokaart: opdracht 1
Je gaat reageren op argumenten bij een stelling. 
Gebruik de uitdrukkingen van je kaart.
Wie heeft als eerste Bingo?

De stelling luidt: "De school moet geen regels geven op het gebied van kleding en haardracht."
Denk hier eerst zelf even over na, zo kan je sneller reageren. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stelling: De school moet geen regels geven op het gebied van kleding/ haardracht.
Argumenten voor:
  • Nederland is een vrij land, dus mogen we ook zelf weten hoe we er uit willen zien.
  • Als je op school niet zelf mag bepalen wat voor kleding je draagt, kan je geen eigen stijl ontwikkelen die bij je past. Het is als een stukje identiteit die bij je hoort.
  • De school heeft al een heleboel regeltjes, als ze zich ook nog eens met de kleding van leerlingen bezig moeten houden hebben de leerlingen minder vrijheid.
  • Het geeft een saai beeld als iedereen in dezelfde (soort) kleding loopt.
Argumenten tegen:
  • Regels over kleding geven minder ongelijkheid tussen mensen die het niet zo breed hebben thuis en de wat rijkere. En daardoor wordt er misschien minder gepest of zijn er minder discussies over merkkleding.
  • Als de school bepaalt wat je aan moet, hoeven bepaalde personen geen uur meer voor de spiegel te staan om te bedenken wat ze die dag een aan zullen doen.
  • Als de school de kleding bepaalt, zijn er minder mensen die denken dat ze stoer zijn met hun (merk) kleding.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bingokaart: opdracht 2
Je gaat zelf discussiëren over een stelling. 
Lukt het je om ook nu de uitdrukkingen van je bingokaart te gebruiken? 
Je mag geen uitdrukkingen van opdracht 1 opnieuw gebruiken. 
Wie kan een Bingo scoren?

De stelling luidt: "Zwarte Piet (en Sinterklaas) moet(en) afgeschaft worden."
Denk hier opnieuw eerst zelf even over na. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions