Laak 1 oktober
1 / 14
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Ik ga naar bed, ....... ik ben moe.
A
want
B
dus
C
of
D
maar
Slide 2 - Quiz
Ik ben moe ....... ik ga nog niet naar bed.
A
want
B
dus
C
of
D
maar
Slide 3 - Quiz
Ga je al naar bed ..... blijf je nog even televisie kijken?
A
want
B
en
C
of
D
maar
Slide 4 - Quiz
Ik ga mijn tanden poetsen ....... ik ga naar bed.
A
en
B
dus
C
of
D
maar
Slide 5 - Quiz
Ik ben moe ....... ik ga naar bed.
A
want
B
dus
C
of
D
maar
Slide 6 - Quiz
Wat is goed?
A
Ik ga naar bed omdat ik ben moe.
B
Ik ga naar bed omdat ik moe ben.
Slide 7 - Quiz
Wanneer ga je boodschappen doen?
A
Als het droog is.
B
Als het is droog.
Slide 8 - Quiz
Oma: "Ik ben ziek vandaag."
A
Oma zegt dat ze is ziek vandaag.
B
Oma zegt dat ze vandaag ziek is.
Slide 9 - Quiz
De buurvrouw: "Ik kom koffie drinken."
A
De buurvrouw zegt dat ze koffie komt drinken.
B
De buurvrouw zegt dat ze komt koffie drinken.
Slide 10 - Quiz
Mijn pen is kapot. Ik gooi .... weg.
A
hij
B
hem
C
het
D
ze
Slide 11 - Quiz
Mijn bord is kapot. Ik gooi .... weg.
A
hij
B
hem
C
het
D
ze
Slide 12 - Quiz
Ik pak mijn pen, ..... ligt op tafel.
A
hij
B
hem
C
het
D
ze
Slide 13 - Quiz
Mijn pennen zijn kapot. Ik gooi .... weg.
A
hij
B
hem
C
het
D
ze