ROC Mondriaan
‹Return to search

TRAPPEN VAN VERGELIJKING

Meestal werk ik ........ zes uur.
A
aan
B
met
C
in
D
tot
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Meestal werk ik ........ zes uur.
A
aan
B
met
C
in
D
tot

Slide 1 - Quiz

Soms kijken we ............ tv.
A
altijd
B
samen
C
niet
D
over

Slide 2 - Quiz

Vandaag moet ik................ naar huis.
A
eerder
B
kleiner
C
groter
D
duurder

Slide 3 - Quiz

In Turkije is het........................ dan in Nederland.
A
lager
B
groter
C
kleiner
D
warmer

Slide 4 - Quiz

Ik begrijp steeds.................
A
meer
B
goedkoper
C
mooier
D
groter

Slide 5 - Quiz

Onze sportschool.......... gezellig.
A
erg
B
is
C
heeft
D
moet

Slide 6 - Quiz

De docenten waren.............streng.
A
erg
B
mooi
C
geen
D
elke

Slide 7 - Quiz

Morgen wordt het...............
A
kleiner
B
kouder
C
meer
D
groter

Slide 8 - Quiz

Wat is ...........?
Patat of fruit?
A
gezonder
B
hoger
C
later
D
lager

Slide 9 - Quiz

In het weekend................ zwemmen.
A
ze gaan
B
moet we
C
gaan we
D
gaan wie

Slide 10 - Quiz

Henk is............ dan Marie.
A
minder
B
verder
C
jonger
D
duurder

Slide 11 - Quiz

Morgen kom ik iets.............
A
later
B
lager
C
groter
D
kleiner

Slide 12 - Quiz

Dit jaar heb ik het drukker.
Ik heb ........... tijd.
A
sneller
B
minder
C
langzamer
D
mooier

Slide 13 - Quiz

Ik ga ........... met het vliegtuig dan met de trein.
A
zwaar
B
lager
C
kleiner
D
liever

Slide 14 - Quiz

Op school leer ik ......... Nederlands praten.
A
beter
B
voller
C
hoger
D
minder

Slide 15 - Quiz

Dit boek is................. dan dat boek.
A
kouder
B
dikker
C
warmer
D
lager

Slide 16 - Quiz

Ik heb zeven jaar op school ...............
A
gezeten
B
gezet
C
gegan
D
gegaan

Slide 17 - Quiz

Ben je naar de kapper geweest? Je haar is............
A
sneller
B
lager
C
korter
D
langer

Slide 18 - Quiz

Piet is de ............. van de groep.
A
oudste
B
oude
C
oud
D
ouder

Slide 19 - Quiz

Je moet .............. Nederlands praten !!
A
goede
B
weinig
C
voller
D
vaker

Slide 20 - Quiz

Waar heb je op school.....................?
A
zitten
B
gezet
C
zetten
D
gezeten

Slide 21 - Quiz

Waar ............... op school gezeten?
A
heb je
B
kan je
C
ben je
D
moet je

Slide 22 - Quiz

Dit is een ............... buurt. Er zijn veel winkels.
A
druk
B
leuke
C
drukker
D
leuk

Slide 23 - Quiz

Er is .............. speeltuin voor de kinderen. Dat is jammer !!
A
geen
B
niet
C
niets
D
nooit

Slide 24 - Quiz

Wat vind je leuk aan deze buurt?

Slide 25 - Open question