M1 - 6-4

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Deze les

- Herhaal je de vraagwoorden

- Wijs je elkaar de weg

- Geef je de richtingen aan

- Ken je enkele gebouwen in een stad

- Kun je zeggen hoe laat het is

- Categoriseer je voedingsmiddelen

de vijf zinnen van de dag

1. Eet smakelijk!

2. Heeft u gereserveerd?

3. Alstublieft, de menukaart.

4. Is alles naar wens?

5. Het gerecht bevat vlees.

de vijf zinnen van de dag

1. Eet smakelijk!

Buen provecho / Que aproveche

2. Heeft u gereserveerd?

¿Ha reservado?

3. Alstublieft, de menukaart

Aquí tiene el menú.

4. Is alles naar wens?

¿Está todo a su gusto?

5. Het gerecht bevat vlees.

El plato lleva carne.

El camino

Perdón...

¿Dónde está ... ?

¿Hay un ... por aquí?

Va ...

Sigue ...

                                                     Primero - Luego - Después - Por último

pag 47 tarea 1.4

1. Waar ga je heen? Waar is het?

2. Wat zoek je? Waar is het?

3. Wat vraag je? Hoe lang moet je nog lopen?

4. Is er een café op het plein?

5. Wat zoek je? Hoe moet je lopen?

Tarea

Wat?	Maak opdracht 33 en 35 op pag 27-29
Hoe?	Individueel / in tweetallen
Tijd?	10 minuten
Hulp?	je buurman/-vrouw
Eerder klaar?	Maak dan opdr 32 en 31 op pag 26 Lees de tekst Cita en la Champañería op pag 17 en beantwoord de vragen :-)

Tarea

Wat?	Maak opdracht 34 op pag 29 Je bent in de fabriek, rechtsonder. Kies een huis op het plaatje. Leg de route uit. De ander tekent de route na. Klopt het?
Hoe?	In tweetallen
Tijd?	10 minuten
Hulp?	je buurman/-vrouw
Eerder klaar?	Wissel van rol

Hoe laat is het?

A la una        = om een uur

A las dos      = om twee uur

A las 7 y media  = om half acht

A las 3 y cuarto = om kwart over drie

A las 5 menos cuarto =

om kwart voor vijf

¿Qué hora es?

La hora

¿Qué hora es?

¿A qué hora te levantas?

¿A qué hora desayunas?

¿A qué hora termina la clase?

¿A qué hora tenéis la pausa?

¿A qué hora cenas?

¿A qué hora te acuestas?

Rondvragen in de klas

Deze les

- Herhaal je de vraagwoorden

- Wijs je elkaar de weg

- Geef je de richtingen aan

- Ken je enkele gebouwen in een stad

- Kun je zeggen hoe laat het is

- Categoriseer je voedingsmiddelen