3A Th4 Ordening - Bs 4-6

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3,4

Ordenen

Ordening is het indelen van een verzameling in groepen.

Een ander woord voor ordenen is sorteren. 

Bij ordenen kijk je naar eigenschappen die overeenkomen. 

hoofdgroep

     rijk

bijvoorbeeld       mens                           tulp                   champignon  

Prokaryoten

Eukaryoten

Planten

Dieren

Schimmels

Prokaryoot

Dier

Plant

Schimmel

met bladgroenkorrels

met celwand

zonder celwand

met vacuole

zonder celkern

met celkern

met celwand

met celwand

met vacuole

met celkern

met celkern

Planten ordenen

Leerdoel

Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten

Bij fotosynthese ontstaat er ....

1. Water + zuurstof
2. Water + koolstofdioxide
3. Koolstofdioxide + zuurstof
4. Zuurstof + glucose

Hoe heet het onderdeel van de cel waar fotosynthese plaatsvindt?

Een vaatbundel bestaat uit ...

1. houtvaten en nerfvaten
2. bastvaten en suikervaten
3. houtvaten, suikervaten en nerfvaten
4. bastvaten en houtvaten

Wat is de functie van vaatbundels?

1. Transport van water en voedingsstoffen
2. Vaatbundels geven kleur aan de plant
3. Fotosynthese
4. Opslaan van reservevoedsel

Planten ordenen

wortels

stengels
vaten
bladeren 
bloemen

eencellig                         meercellig

Boomalg

(eencellig)

Wieren (algen) kunnen eencellig en meercellig zijn.

Wieren

De meeste wieren groeien in het water.

Daarom hebben ze geen stengels of wortels nodig.

Voedingsstoffen halen ze direct uit het water om hen heen

Wieren hebben ook geen bloemen of bladeren.

Planten ordenen

Sommige meercellige planten hebben vaatbundels, maar mossen niet.

Ja? --> vaatplanten

Nee? --> mossen

Planten ordenen

Manier van voortplanting:

• Zaadplanten: planten zich voort door zaden, hebben ook vaak bloemen&vrucht
• Sporenplanten: planten zich voort met sporen (de sporen zijn eencellig)

sporenplanten

Kenmerken:

Wel wortels

Wel stengels

Wel bladeren

Geen bloemen

Voorbeelden

mossen → hebben sporendoosjes

varens → hebben sporen hoopjes

paardenstaart

mos

varen

Zaadplanten

Aan de slag

Maak opdrachten 1, 2, 5 en 6

(blz. 269, 271 & 272)

Dieren ordenen

Dieren ordenen

Leerdoel

Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet

Vogel

Vissen

Amfibieën

Reptielen

Zoogdieren

Zoogdieren

Reptielen

Indeling dierenrijk

Dieren: Symmetrie

Skelet:

Geen skelet, uitwendig 

skelet of inwendig 

skelet.

Tekst

Hierboven staan  4 stammen van het dierenrijk. Onder staan een aantal dieren weergegeven. Sleep de dieren naar de juiste stam.

Neteldieren

Stekelhuidigen

Geleedpotigen

Sponzen

Aan de slag

Maak opdrachten 3 en 7

Klaar? Maak opdracht 4

Leerdoelen

Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten

Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten

geleedpotigen - 4 klassen

Geleedpotigen

Kenmerken:

- tweezijdig symetrisch

- het skelet is een pantser

Vier groepen:

1   insecten 

2  spinachtigen

3  kreeftachtigen (10 poten)

4  veelpotigen

Insect: 6 poten

Spinachtigen: 8 poten

Kreeftachtigen

10 poten

Veel potigen: Veel poten (meer dan 10)

Gewervelde dieren

Gewervelde dieren zijn dieren met een wervelkolom (ruggengraat)

Aan de slag

Vul het overzicht van Gewervelden in.
Gebruik hiervoor de tekst in het boek en afbeelding 4.

Maak opdrachten 2, 4 en 5

Leerdoelen

Je kunt een determineertabel van organismen gebruiken.

Determineren

Determinatietabel

Determinatietabel

Aan de slag

Maak opdracht 3 op blz. 284