introductieles havo 5

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

introductieles havo 5

2 waarheden; 1 leugen

Dit wordt mijn 7e jaar op het Vavo

Ik ben 48 jaar

Ik heb 3 broers en een zus

Wat hoop je dit jaar te bereiken?

Op welke school zat je vorig jaar?

Welk onderwerp vind je het lastigst?

programma

Uitleg studiewijzer, pta, programma periode 1

start thema 1, paragraaf 1 t/m 5 blz 41

lesdoelen

aan het eind van de les kun je:

omschrijven op welke organisatieniveaus we biologie bestuderen en deze omschrijven​

uitleggen wat een emergente eigenschap is​

cellen, organen en weefsels herkennen en de relatie tussen vorm en functie aangeven ​

cellen van dier en plant herkennen​

een cel beschrijven als een zelfstandige eenheid ​

celorganellen herkennen aan hun bouw en aangeven wat hun functie is​

de concentratie van een oplossing berekenen​

beschrijven wat diffusie is en welke factoren de diffusiesnelheid beïnvloeden​

planning periode 1

Week 36 2-6 sept  Uitleg studiewijzer/pta T1  inleiding; celbiologie: celorganellen, diffusie

week 37 9-13 sept Thema 1, diffusie en osmose ; onderzoek doen Voortplanting

(Vrijdag 13 sept: barbecue bij Strandtent Twins, Scheveningen; er is deze dag les tot 17.15 uur)

Week 38 16-20 sept  T2 Voortplanting  T4 Genetica (Di 17 sep Prinsjesdag, lessen gaan door.)

Week 39 23-27 sept T4 Genetica

Week 40 30 sept-4 okt T2 DNA

Week 41 7-11 okt T2 DNA; Afronden en voorbereiden SE

Week 42 14-18 okt Schoolexamenperiode 1, geen lessen

Week 43  21- 25 okt Schoolexamenperiode 1, geen lessen, wel onderwijsactiviteiten 24-25 okt

Week 44  28 okt- 1 nov Herfstvakantie

Zet (mbv je boek) de organisatieniveaus onder elkaar en zet de omschrijving/definitie erachter (10 min)--> bespreken

Maak opgaven 5, 6, 7 en 8b (15 min)

Organisatieniveaus

cel

- Een cel is een bouwsteentje van je lichaam.

Cellen hebben verschillende vormen.

 Dit is afhankelijk (heeft te maken met) van de functie/taak van de cel.

Weefsel: meerder cellen met dezelfde vorm en functie.

Orgaan: onderdeel van het organisme met een specifieke functie. Bestaat uit meerdere weefseltypen

maak opgaven 13 t/m 18 (15 min)

Cellen

Cellen bestaan uit celorganellen.

Niet elke cel heeft dezelfde celorganellen.

Dierlijke cellen en plantaardige cellen hebben dezelfde maar ook verschillende celorganellen.

maak opgaven 22-29 (15 min)

22 klassikaal bespreken

Zoek de verschillen

Celwand: dit geeft stevigheid en bescherming aan de cel.

Celkern: dit is het regelcentrum van de cel (DNA)

Celmembraan: de douane van de cel. Hier wordt bepaald wat een cel in en uit mag.

Celorganellen

Een deel(tje) van een cel die een eigen functie heeft noem je een celorganel.

Voorbeelden: celkern, bladgroenkorrel, vacuaole, celmembraan.

Celorganellen

Delen van de cel die een eigen functie hebben, noem je celorganellen

Bijvoorbeeld: celkern, vacuole, plastiden

Maak opgaven 33 t/m 41 

welke factoren beïnvloeden diffusie

Diffusie in een vloeistof

Diffusie met een permeabel membraan

Voor de volgende keer

Bestudeer paragraaf 1 t/m 4

Kijk je gemaakte werk na (UWB in teams)

lees paragraaf 5 en 6 goed door