voorzetsel

• Nederlands
• ISK

Nederlands A2 - B1

Vul het juiste voorzetsel in:
Gefeliciteerd ........ je nieuw baan!

Vul het juiste voorzetsel in:
Mijn zoon lacht altijd ........... zijn eigen grapjes.

Vul het juiste voorzetsel in:
Heb je al gereageerd ........ die mail?

Vul het juiste voorzetsel in:
Hebben jullie nog vragen .... het huiswerk?

1. naar
2. op
3. over
4. van

Vul het juiste voorzetsel in:
Ik kom informeren ....... de cursusprijzen.

1. naar
2. op
3. over
4. van

Vul het juiste werkwoord in de goede vorm in:
Op een feestje vind ik het moeilijk om een gesprek in het Nederlands te .......

1. maken
2. doen
3. voeren
4. geven

Vul het juiste werkwoord in de goede vorm in:
De kinderen ............ veel rommel in de woonkamer.

1. hebben
2. maken
3. doen
4. stellen

Vul het juiste werkwoord in de goede vorm in:
Ik wil een klacht ...... over de taxichauffeur.

Vul het juiste werkwoord in de goede vorm in:
Mijn moeder is er niet. Zal ik een boodchap aan haar .............?

1. aannemen
2. doorgeven
3. stellen
4. indienen

Geef een synoniem voor het woord tussen haakjes:
Ik ben (nieuwsgierig)______naar zijn plannen

Geef een synoniem voor het woord tussen haakjes:
Het is niet (relevant)______voor de les van vandaag.

Geef een synoniem voor het woord tussen haakjes:
Je (krijgt) __________ je boek de volgende les.

1. arriveert
2. neemt aan
3. ontvangt

Je mening geven
in het Nederlands

instemmen / niet instemmen

Schrijfopdracht

Beschrijf de voordelen en de nadelen van zelfscankassa's in de supermarkt en van afrekenen bij de 'gewone' kassa.
Beschrijf ten slotte wat je zelf het fijnst vindt (75- 100 woorden).