ROC Mondriaan

K&O Les 2

Kwaliteitszorg en organisatie
Les 2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Kwaliteitszorg en organisatie
Les 2

Slide 1 - Slide

Vorige week....
  • Heb je 5 verbeterpunten bedacht die te maken hebben met JOUW stage
  • Deze lever je straks in in teams

Slide 2 - Slide

Deze week....
  • pop formulier invullen zoals het hoort :)
  • met daarbij de praktijktoets en werkmodel

Slide 3 - Slide

waar staat SMART voor?
A
Specifiek, Makkelijk, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
B
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
C
Speciaal, Makkelijk, Anders, Revolutionair, Tijdgebonden
D
Specifiek, Meetbaar, Anders, Realistisch, Tijdgebonden

Slide 4 - Quiz

Specifiek
  • Het moet een waarneembare actie, gedrag of resultaat beschrijven.
  • Wat wil je bereiken? Wie zijn erbij betrokken? Wanneer gebeurt het? Welke delen van de doelstelling zijn essentieel? Waarom wil je dit doel bereiken?


Slide 5 - Slide

Meetbaar
Hoeveel gaan we doen? Hoe kunnen we dat meten? Wat is er af als het af is?

Slide 6 - Slide

Acceptabel
  • Als je een SMART-doel voor jezelf stelt, dan is het voldoende dat je het zelf accepteert. 
  • De doelstelling moet positief geformuleerd zijn.
  • Een SMART-doel beschrijft een bepaald resultaat, niet een inspanning.

Slide 7 - Slide

Realistisch 
Is het doel haalbaar? 

Een realistische doelstelling houdt rekening met de praktijk.

Slide 8 - Slide

Tijdsgebonden
Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum.
Ik ga bij de volgende voortgangstoets in april een voldoende halen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Ik wil meer initiatief nemen.
A
Smart
B
Niet smart

Slide 11 - Quiz

Ik wil nooit meer te laat komen.
A
Smart
B
Niet smart

Slide 12 - Quiz

Ik wil op tijd beginnen met mijn opdrachten.
A
SMART
B
Niet smart

Slide 13 - Quiz

Hoe dan wel? 
Ik wil meer initiatief nemen.

Dit doel is niet specifiek, niet meetbaar en niet tijdgebonden.  Wat bedoel je met ‘initiatief’? Wat houdt ‘meer’ in en wanneer heb je het doel behaald?
  • De komende vier weken  spreek ik elke dag mijn begeleider aan en vraag hoe zij mijn inzet heeft ervaren aan het eind van de dag en vraag wat haar tips en tops zijn. Hiervan maak ik ieder week een verslagje, zodat ik weet wat ik de volgende keer beter kan doen.
Ik wil op tijd beginnen met mijn opdrachten.
  • Dit doel is niet specifiek, niet meetbaar en niet tijdgebonden. Wat is ‘op tijd’? Welke opdrachten bedoel je precies? Wanneer heb je het doel behaald?
  • De komende vier weken wil ik al mijn opdrachten één week voor de deadline hebben ingeleverd









Slide 14 - Slide

Ik wil nooit meer te laat komen.
  • Dit doel is niet specifiek, niet tijdgebonden en waarschijnlijk ook niet realistisch. Ten eerste is dit doel negatief. Je vertelt wat je niet meer wilt. Waar wil je niet meer te laat komen? Over welke tijdsperiode? En daarnaast: echt nóóit meer te laat komen is waarschijnlijk ook nog nóóit iemand gelukt!
  • De hele maand december wil ik op tijd zijn op mijn stage. Elke dag neem ik de bus van 7.45 uur zodat ik een kwartiertje speling heb

Slide 15 - Slide

Opdracht: formuleer een leerdoel 
Een leerdoel is: ‘Een doel die je jezelf stelt en waaruit je leert’. 
Binnen de opleiding is een leerdoel gericht op:
  • het ontwikkelen van een professionele beroepshouding
  • het verwerven van vaardigheden & kennis
  • persoonlijke ontwikkeling.


Bedenk iets wat je wilt leren / wat je je eigen wilt maken / 
wat jij wilt bereiken.Je kunt de volgende hulpvragen gebruiken:


 





Slide 16 - Slide

Geef aan of onderstaande doelen wel of niet SMART zijn. Leg uit waarom.

  • Voor 1 april heb ik stageopdracht 1,2 en 4 af en heb ik een afspraak gemaakt met mijn begeleider om deze te bespreken.
  • Aan het eind van dit schooljaar ga ik over naar leerjaar 2.
  • Vanaf nu zorg ik dat ik niet meer op het laatste moment een gesprek plan met mijn begeleider.
  • Dit jaar werk ik aan de competentie ‘plannen en organiseren’. Dit doe ik door vóór 1 januari een stageplan te hebben gemaakt.
  • Elke stagedag maak ik een dagverslag. Deze stop ik in mijn stagemap.
  • Ik kom nooit meer te laat op stage.
  • Ik bereid opdracht 2 en 3 voor via het stappenplan en voer ze op tijd uit.
  • Voor 1 september heb ik alle stageopdrachten van dit en volgend schooljaar gedaan zodat ik volgend jaar geen stress heb.
  • Voor 1 april heb ik minimaal één keer zelfstandig een klantgesprek gevoerd.
  • Voor maandag 3 februari heb ik een plan gemaakt hoe ik aan competentie 3 ga werken.

Fout
Maak je eigen SMART-doel.
Uit de onderstaande zinnen kun je zelf een SMART-doel samenstellen. Laat een klasgenoot controleren of je doel écht SMART is.
Voor 1 oktober/ Begin periode 2/ Deze week...
heb ik één keer per week/ iedere dag/ 5 keer...
geoefend met/ activiteit gedaan/ bereikt dat.
Dit doe ik door/ Daarna reflecteer ik/ Ik begin met...
bespreek dit/ evalueer dit/ vraag eerst om toestemming bij met mijn stage/ school.
Mijn doel is:
Neem je doel op in je POP

















Slide 17 - Slide

Ik weet nu hoe ik een leerdoel beschrijf.

Slide 18 - Poll

Hoe formuleer je een goed smart-doel?
Wat moet erin staan?
Waar moet het over gaan?

Slide 19 - Open question

Praktijktoets oefenen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

POP maken 
Een POP is een plan dat je voortdurend bij moet stellen. Tijdens je opleiding moet je dit twee keer per schooljaar doen; Je kijk terug en schrijf  een plan. Je beschrijft hoe het met jou persoonlijk is gegaan de afgelopen periode.
  • Hoe gaat het met je (licht toe).
  • Hoe is het met je motivatie voor de opleiding.
  • Wat zijn de persoonlijke struikelblokken of moeilijkheden waar je tegen aan loopt.
  • Of welke persoonlijke tegenslagen had je op school/BPV.
  • Wat vind je van jouw aanwezigheid, inbreng en motivatie tijdens lesuren of/en binnen je werk/BPV.
  • Zijn er nog andere belangrijke zaken die je wilt noemen?
Prestaties en producten: beschrijf hoe het met je prestaties en producten is gegaan de afgelopen periode.
  • Wat heb je afgerond en wat vind je ervan?
  • Waar ben je op dit moment mee bezig?
  • Wat heb je de afgelopen periode geleerd?
  • Wat vind je goed gaan in je leerproces?
  • Wat vind je niet/minder goed gaan?
  • Wat wil je veranderen




Slide 22 - Slide

Maak je eigen pop
Aan het einde van de les is je pop af. Voor jou POP kun je twee leerdoelen formuleren uit onderstaand overzicht: IK WIL;
• Beter structuur aanbrengen in mijn werk / mijn eigen lijn meer vasthouden.
• Duidelijker sturen op wat ik belangrijk vind / positie durven innemen.
• Kritisch zijn zonder persoonlijk te worden / beter omgaan met feedback.
• Meer in staat zijn om anderen mee te nemen in mijn visie en beleid.
• Meer inzicht in mijn sterke en zwakke kanten.
• Mij bewuster worden van mijn weerstand.
• Mij richten op het effectiever maken van mijn houding.
• Mij minder afhankelijk opstellen of door angst laten leiden.
• Duidelijker nee zeggen, als ik niet kan of wil leveren, wat de ander vraagt.
• Eerder benoemen wat mij dwarszit / niet opkroppen.
• Mijn conclusies en oordelen beter toetsen aan wat er écht is gebeurd.
• Beter luisteren en doorvragen als een ander mij iets vertelt of van mij wil.
• Beter kritiek kunnen ontvangen, zonder mij persoonlijk aangevallen te voelen.
• Meer openstaan voor de visie van collega’s en leidinggevende.






Slide 23 - Slide

Bijvoorbeeld;
Minder uitstellen: ‘ik wil vanaf het begin van een blok elke week minimaal 2 uur werken aan al mijn opdrachten.’
Meer communicatieve vaardigheden: ‘ik wil tijdens iedere projectgroep de voorzitter zijn.’
Meer zelfvertrouwen: ‘ik schrijf elke dag iets op wat ik goed heb gedaan.’
Beter plannen: ‘de eerste 2 uur van de dag werk ik aan de belangrijkste taak van mijn planning’

Slide 24 - Slide

Volgende week....
  • Is je ingevulde werkmodel pop af en gaan we die bespreken
  • Heb je je pop besproken op de LA

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide