H4 par. 1 en oefenvragen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Griekenland is 1 staat

1. goed
2. fout
3. geen mening

Wat is een overeenkomst met de staat Egypte?

1. Griekenland wordt ook geregeerd door een farao
2. Griekenland heeft ook een waterhuishouding
3. Griekenland heeft duidelijke grenzen
4. Griekenland heeft een eigen verdediging

alle poleis hebben een beschermgod(in)

1. goed
2. fout
3. geen mening

Alle Poleis worden in het begin geleid door een aristocratie

1. ja
2. nee
3. alleen Sparta
4. alleen Athene

Alle Poleis hebben later een democratie

1. ja
2. nee
3. alleen Sparta
4. alleen Athene

wanneer werd de democratie ingevoerd?

Wie stelde de democratie voor?

1. Pericles
2. Kleisthenes
3. Socrates
4. Leonidas

Hebben alle Griekse Poleis een Agora

Hebben alle Griekse Poleis een Volksvergadering?

Welke groep tijdens de democratie, bepaalt in Athene wat er gebeurt?

Hoe kom je in de Raad van Vijfhonderd?

Kun je in Athene in je eentje de macht grijpen? Leg uit.

Werkt de democratie bij oorlogen

Welke kanten aan de democratie in Athene zijn democratisch en welke niet?

Wat zie je?

Wie zie je?

Vergelijk met het boek

Wat moet je kennen en kunnen van paragraaf 1

Je moet de begrippen kennen (zie werkboek)

je moet kunnen uitleggen waarom Griekenland zoveel Poleis heeft

je moet het belang en de noodzaak van kolonien weten

je moet weten wanneer en door wie de democratie is ingevoerd

je moet weten hoe die democratie werkt

Je moet weten welke andere regeringsvormen er zijn

Je moet kunnen uitleggen hoe democratisch Athene is

wat is de verandering in het denken bij de Grieken?

Wat onderzoeken de Grieken

1. De mens
2. De natuur
3. Mens en natuur
4. filosofie

wat is de rol van filosofie bij wetenschap?

Noem twee personen die zich bezighielden met wetenschap en hun richting

Noem 3 filosofen

Op welke manieren droegen de Grieken kennis over