les 3 201 fictie/discussie

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Les 3  Fictie & Discussie

Welkom allemaal 

Wat gaan we doen vandaag?

Wat hebben we de vorige keer gedaan?

Lesdoelen

Ik kan discussiëren en spreken over een tekst.

Ik kan vragen bedenken zodat ik een discussie kan voeren.

Ik kan vragen stellen tijdens een discussie.

Definitie

dis·cus·sie (de; v; meervoud: discussies)  

1 

uitwisseling van gedachten, meningen: in discussie gaan met iem.; ter discussie staan niet vaststaan, onderwerp van gedachtewisseling zijn

Waar moet je dus op letten bij het voeren van een discussie?
Wat moet je doen?
Wat moet je juist niet doen?

Lezen

10 minuten in stilte en zelfstandig lezen uit het boekfragment;

Vallen, Anna Proost.

Ga naar Teams!

Maatschappelijke kwesties?

Welke maatschappelijke kwesties zijn jullie tegen gekomen in het boekfragment?

Opdracht discussie voeren

Je gaat in groepjes een discussie voeren over het gelezen boekfragment.

Wat?

Hoelang?

Hoe?

Een Goed gesprek: waar moet je op letten?

• Bereid je voor op het onderwerp, kom met goede argumenten
• Spreek rustig en verstaanbaar
  
• Let op je houding
• Luister goed naar de ander
• Stel vragen
• Geef beleefd aan als je de beurt wilt

Discussiëren

1. Wat is de vraag of stelling?

2. Wat is de mening van de deelnemers over het onderwerp?

3. Welke argumenten en voorbeelden hebben de deelnemers?

3. Reageren op elkaars mening en vragen stellen

4. Afsluiten met conclusie of oplossing

Beoordelen

Peerfeedback en feedback van de docent

Slot

Exit-ticket

Wat heb je vandaag geleerd?

Wat gaan we de volgende keer doen?