Economische dimensie: kritisch consument

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Economische dimensie

Kritisch consument 

Ebru Sen 

Floris Albrecht 

Denk aan het eten en drinken dat je nuttigt. Welke bestanddelen hierin zijn (op den duur) schadelijk voor je gebit?

Let je op de prijs of inhoud (ingrediëntenlijst) bij het kopen van een product (eten/drinken)?

Nee, totaal niet. Ben er niet mee bezig.

Heel soms

Vaak

Altijd. Ik vind het heel belangrijk

'Ik vind het belangrijk dat ik alleen A-merken nuttig'


Bijvoorbeeld alleen Lays Paprika en geen B merk van de AH. Eens of oneens? Licht je antwoord toe.

Leerdoelen

Aan het einde van dit project kan je /weet je:

- wat verschillende ingrediënten met je gebit doen

- kan je kritisch naar een product kijken

 - resultaten weergeven in tabellen/grafieken 

- wat je sterke en zwakke punten zijn bij een presentatie

-evalueren en reflecteren op de opdracht

 

Leerdoelen

Opdracht 

Je presenteert 3 producten die je met je medestudenten hebt getest, beoordeeld en vergeleken.

Stap 1

Je kiest een product wat je kan eten/ drinken (in een drietal). Van het product neem je 3 verschillende merken. Bijvoorbeeld een goedkope versie, een winkel eigen merk en een A- merk. Of juist van drie verschillende merken. Zie voorbeeld hieronder:

Stap 2

Voor het product zoek je 15 punten waarop je het product gaat vergelijken. Maak een schaal voor het minst en meest. Van beide een uiterste dus. Maak daarbij een puntenschaal. Je kunt dat doen zoals hieronder. Je bent er vrij in hoe je dit wil inschalen. Tip: Geef kleurtjes

 Scherpheid : Mild    1 2 3 4 5     Scherp

Knapperigheid:  Niet Knapperig      1 2 3 4 5     Knapperig

Per persoon denk je vast verschillend over de scherpheid of knapperigheid etc. Vul per persoon in wat jij als getal zou geven. Kijk of er wat opvalt of dat jullie misschien allen ongeveer hetzelfde hebben ingevuld. Jullie eigen bevinding is het meest belangrijk. Je test 3 keer (elke product beoordeel je op de 15 punten) 

Stap 3

Ga dan de ingrediënten met elkaar vergelijken. Bijvoorbeeld suikers, koolhydraten, zouten, vetten etc. 

Stap 4

Ook bekijk je de E-nummers die erin zitten. Wat doen de verschillende E-nummers? Maakt het verschil in merk/merken of er E-nummers in zitten.

Vb. E471, E120, E500 en E450 heb ik als voorbeeld in de klas genoemd.

Stap 5

Wat doet dit product en de samenstelling met je gebit / gezondheid? Bijvoorbeeld bij Doritos was dit te veel zout. Wat doet zout? Iedere student doet dit voor één ingrediënt.

Stap 6

Mening: wat blijkt uit het onderzoek voor jou ? Dus wat zijn je bevindingen? Kijk je nu anders naar het product of maakt het jou niets uit? Ga je nu meer letten op het product dat je uit de schappen pakt. 

Presentatie opnemen en in Teams plaatsen voor feedback 

Zijn er nog vragen?