What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
ROC Mondriaan
‹
Return to search
Code+ deel 4 Hoofdstuk 5.2
Hoofdstuk 5.2: Tweetaligheid
In deze les leer je:
over tweetaligheid
grammatica: het gebruik van het artikel
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 5.2: Tweetaligheid
In deze les leer je:
over tweetaligheid
grammatica: het gebruik van het artikel
Slide 1 - Slide
Ik spreek..
1 taal
2 talen
3 talen
4 talen
5 talen
Slide 2 - Poll
Luistertekst
We gaan luisteren naar wetenschapper Gerry Smit.
Hij vraagt zich af wat het verschil kan verklaren tussen jonge en volwassen taalleerders.
Wat verwachten jullie te horen?
Slide 3 - Slide
woorden:
de veronderstelling
garanderen
allebei
opgroeien
verwerven
woorden:
de factor
fysiek
oppikken
afsluiten
Slide 4 - Slide
Tweetaligheid en taalgebruik
Lees de tekst op bladzijde 132/133
Je hebt vier minuten de tijd.
Beantwoord dan vraag 2.1:
Wat is er aan de hand bij codewisseling?
timer
4:00
Slide 5 - Slide
Wat is er aan de hand met codewisseling?
A
1 & 2
B
1 & 4
C
2 & 3
D
3 & 4
Slide 6 - Quiz
Tekst + vragen
Lees de tekst nogmaals en beantwoord de vragen.
Jullie hebben 20 minuten de tijd.
timer
20:00
Slide 7 - Slide
1. Iemand die in Nederland voor een zaal met luisteraars een toespraak houdt, zal niet snel elementen uit 2 talen gebruiken. Waarom niet?
A
1 &2
B
1 & 3
C
2 & 3
D
3 & 4
Slide 8 - Quiz
3. Codewisseling kan volgens de tekst optreden als de sprekers van onderwerp veranderen of als ze ..
A
1 + 2
B
2 + 3
C
1 + 2 + 5
D
2 + 4 + 5
Slide 9 - Quiz
2. Sprekers wisselen binnen een zin niet volkomen willekeurig van taal. Hoe komt dat?
A
Dat komt doordat er onbewuste regels zijn die sprekers volgen.
B
Dat komt doordat er dan zinnen ontstaan die sprekers vreemd vinden.
C
Dat komt doordat sprekers hebben geleerd dat dat niet kan.
Slide 10 - Quiz
4. Wat hoort bij het 'informele domein'?
A
de familie
B
de huisarts
C
de school
Slide 11 - Quiz
5. Waarom proberen tweetaligen codewisseling vaak te voorkomen?
A
omdat het een onbewust proces is
B
omdat ze het onverzorgd vinden
C
omdat ze niet lui gevonden willen worden
Slide 12 - Quiz
6.1 Waarnaar verwijst het in:
'maar het kan ook plaatsvinden tussen losse zinnen'
Slide 13 - Open question
Waarnaar verwijst 'dat':
dat gebeurt met name bij kinderen, van die de woordenschat vaak nog beperkt is
Slide 14 - Open question
Waarnaar verwijst dat:
'dan zal dat vaak gepaard gaan met een wisseling van Nederlands naar fries'
Slide 15 - Open question
Waarnaar verwijst 'daarmee'?
'kan hij of zij daarmee uitdrukken iets meer persoonlijks te willen gaan zeggen'
Slide 16 - Open question