This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
- De persoonsvorm is altijd een werkwoord
Werkwoord: iets wat je doet
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
1. Verander de zin van tijd. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm
Bijvoorbeeld:
- Ik fiets naar school
- Ik fietste naar school
This item has no instructions
2. Maak de zin vragend. Het werkwoord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm
Bijvoorbeeld:
- Ik fiets naar school
- Fiets ik naar school?
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions
This item has no instructions