ROC Mondriaan
‹Return to search

Spellingcategorie afkortingen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
In verband met
A
ivm
B
in.v.b
C
i.v.m.
D
i.v.m

Slide 7 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
centimeter
A
cm
B
c.m.
C
c.m

Slide 8 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
circa
A
ca
B
c.a.
C
c.a
D
ca.

Slide 9 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
aanstaande
A
as
B
a.s.
C
as.

Slide 10 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
doctorandus
A
drs
B
DRS.
C
drs.
D
Drs

Slide 11 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
ingenieur
A
IR
B
ir.
C
i.r.

Slide 12 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
kilogram
A
KG
B
kg
C
k.g.

Slide 13 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
hectare
A
ha
B
HA
C
h.a.
D
ha.

Slide 14 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
zie ommezijde
A
z.o.z.
B
z.o.z
C
zo.z

Slide 15 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
dominee
A
ds
B
ds.
C
d.s.

Slide 16 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
ter attentie van
A
tav.
B
t.a.v
C
t.a.v.

Slide 17 - Quiz

Afkortingen
Welke afkorting is correct geschreven?
dat wil zeggen
A
d.w.z.
B
dwz.

Slide 18 - Quiz

Hoe vond je dat deze spellingcategorie ging?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll