ROC Mondriaan

M3A - week 6

Week 6 - les 1

- Wij herhalen woordenschat
- Wij oefenen gesprek 1 (p 54)




1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Week 6 - les 1

- Wij herhalen woordenschat
- Wij oefenen gesprek 1 (p 54)




Slide 1 - Slide

Wat heeft niet te maken
met iemands naam?
A
iniciales
B
nombre
C
fecha
D
apellido

Slide 2 - Quiz

Waarmee kun je je niet legitimeren?
A
tarjeta bancaria
B
tarjeta de identidad
C
permiso de conducir
D
pasaporte

Slide 3 - Quiz

Vertaal:
Hoe spreek je dat uit?
A
¿Cómo se deletrea?
B
¿Cómo se escribe?
C
¿Cómo se pronuncia?
D
¿Cómo se habla?

Slide 4 - Quiz

Welke vraag stel je NIET bij het inchecken?
A
¿Cuántas personas son ustedes?
B
¿A qué nombre ha reservado?
C
¿Cuál es su número de reserva?
D
¿Lo puedo preguntar algo?

Slide 5 - Quiz

Wat zeg je bij het uitchecken?
A
Esperamos recibirle de nuevo
B
Bienvenidos
C
¿Quiere usar caja fuerte?
D
El bienestar está cerrado

Slide 6 - Quiz

Wat heeft NIET met geld te maken?
A
descuento
B
gastos
C
estancia
D
IVA

Slide 7 - Quiz

La tarea 
Wat?
Voer het gesprekje op pag 55-57
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
5 minuten
Hulp?
n.v.t.
Klaar?
Maak de leestekst

Slide 8 - Slide

La tarea 
Wat?
Bereid de dialoog voor op pag 55-57
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
20 minuten
Hulp?
Bekijk de zinnen die je vertaald hebt
Klaar?
Oefen het gesprekje en roep mij

Slide 9 - Slide

Week 6 - les 2

Slide 10 - Slide

Checklist: zinnen maken
- Zit er een vervoegd werkwoord in de zin?
- Staan alle werkwoorden bij elkaar?
- Als de zin ontkennend is, staat de "no" voor de persoonsvorm?
- Staat de plaats óf helemaal vooraan óf helemaal achteraan 
- Lidwoord - zelfstandig naamwoord - bijvoeglijk naamwoord : staan ze allemaal in hetzelfde geslacht en aantal? (el chicas guapa)
- denk aan vaste combinaties als "ir a" en "tener que"
- meewerkend voorwerp + lijdend voorwerp + werkwoord 


Slide 11 - Slide

Checklist: zinnen maken
Vamos a la playa en Kijkduin.
Pasamos las vacaciones en Holanda.
Mañana quiero viajar a España. 
Las chicas inteligentes van a visitar el bar moderno.
Los chicos guapos quieren salir a la discoteca grande.
Se lo voy a explicar.
Tiene que dejar las llaves en la recepción mañana.

Slide 12 - Slide

La tarea 
Wat?
Vertaal de zinnen op pag 16-18
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
25 minuten
Hulp?
Bekijk de zinnen die je vertaald hebt
Klaar?
Bereid de dialoog voor op pag 57-58

Slide 13 - Slide