ROC Mondriaan

30 vragen

30 vragen A1
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

30 vragen A1

Slide 1 - Slide

Met wie woon jij in Nederland?
A
Ik woon in Roermond.
B
Ik kom uit Polen.
C
Ik woon samen met mijn familie.
D
Ik woon bij mijn buren.

Slide 2 - Quiz

Hoe gaat het met jou?
A
Het gaat niet zo goed.
B
Het niet gaat goed.
C
Dank je wel.
D
Het is goed.

Slide 3 - Quiz

Hoe ga jij naar school?
A
Ik ga graag naar school.
B
Ik ga met de bus naar school.
C
Ik ga met het vliegtuig.
D
De school is in Roermond.

Slide 4 - Quiz

Hoe laat ga jij 's avonds naar bed?
A
Ik ga om 11 uur in bad.
B
Ik ga om 3 uur 's middags naar bed.
C
Ik sta op om half zeven.
D
Ik ga om 10 uur naar bed.

Slide 5 - Quiz

Hoeveel broers en zussen heb jij?
A
Ik heb twee broers en drie zussen.
B
Mijn broer en zus zijn op school.
C
Ik heb een broer en een zussen.
D
Ik heb een grote familie.

Slide 6 - Quiz

Wat doe jij 's avonds?
A
Ik eet, ik lees een boek en ik sta op om 7 uur.
B
Ik kijk tv, ik poets mijn boek en ik eet soep.
C
Ik poets mijn tanden en ik ga buiten.
D
Ik eet, ik kijk tv en ik ga naar bed. Ik eet, ik kijk tv , ik leer Nederlands en ik ga naar bed

Slide 7 - Quiz

In welk land ben jij geboren?
A
Ik is geboren in Oekraïne.
B
Ik ben geboren in Oekraïne.
C
Ik ben geboren in 2009
D
Ik zijn geboren in Oekraïne.

Slide 8 - Quiz

Wat doe jij graag samen met jouw familie?
A
Ik heb een kleine familie.
B
Wij eten graag samen.
C
Wij leren Nederlands en lopen naar school.
D
Wij hebben geen huisdier.

Slide 9 - Quiz

Wat heb jij gisteren gegeten?
A
Ik eet gisteren kip met rijst.
B
Ik eet thee of water.
C
Ik heb tandpasta gegeten.
D
Ik heb gisteren aardappelen gegeten.

Slide 10 - Quiz

Wat kook jij graag?
A
Ik vind pasta lekker.
B
Ik kook mijn hond.
C
Ik eet graag yoghurt.
D
Ik kook een ei.

Slide 11 - Quiz

Welke dag is het ?
A
Het is vandaag vridag.
B
Het is vandaag vrijdaag.
C
Het is vaandag vrijdag.
D
Het is vandaag vrijdag.

Slide 12 - Quiz

Hoe laat sta jij op?
A
Ik sta op mijn bed.
B
Ik slaap om 6 uur.
C
Ik sta op om 7 uur.
D
Ik sta op en ik trek mijn kleren aan.

Slide 13 - Quiz

Waar ga jij morgen naartoe?
A
Ik ga morgen met mijn kat naar de winkel.
B
Ik ga morgen met de fiets naar school.
C
Ik ga morgen eten in de schuur.
D
Ik ga morgen met mijn tante naar de zolder.

Slide 14 - Quiz

Welke dieren vind jij leuk?
A
Ik vind honden lekker want zij spelen graag.
B
Ik vind katten leuk want zij zijn klein en mooi.
C
Ik vind honden niet leuk want zij bijten.
D
Ik vind katten leuk want zij zijn klein en aardig.

Slide 15 - Quiz

Wat doe jij op een feestdag?
A
Ik ga slapen.
B
Ik trek mooie kleren aan.
C
Ik maak het huis schoon.
D
Ik poets de keuken.

Slide 16 - Quiz

Wat is in de keuken?

Slide 17 - Mind map

Wat is in de woonkamer?

Slide 18 - Mind map

Met wie woon jij in Nederland?
Ik.....

Slide 19 - Open question

Hoe ga jij naar school?
Ik........

Slide 20 - Open question

Hoe laat ga jij 's avonds naar bed?
Ik.....

Slide 21 - Open question

Hoe laat sta jij 's ochtends op en wat doe jij dan?

Slide 22 - Open question

Hoeveel broers en zussen heb jij?

Slide 23 - Open question

Wat doe jij 's avonds?
Ik......

Slide 24 - Open question

Wat doe jij graag met jouw familie?
Wij.....

Slide 25 - Open question

Welke groente vind jij lekker?

Slide 26 - Open question

Welke kleren draag jij nu?

Slide 27 - Open question

Wat kook jij graag?

Slide 28 - Open question

Welk dier vind jij leuk?
Waarom?

Slide 29 - Open question

Hoe laat is het nu?

Slide 30 - Open question