B1 quiz 2

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

B1 quiz 2

werkwoorden

vaste combinaties

woordenschat

Ik heb .... van mijn buren.

1. problemen
2. vervelend
3. klachten
4. last

De kinderen mogen geen televisie

1. gekijkt
2. kijken
3. gekeken
4. keken

Iedereen moet 20 minuten per dag

1. beweeg
2. beweegt
3. bewegen
4. bewogen

Mijn oma moet iedere dag haar medicijn

1. innemen
2. slikken
3. kauwen
4. opeten

Frist gaat naar de garage om zijn auto

1. te repareren
2. te laten repareren
3. te maken
4. te laten renoveren

Als je teveel stress hebt

1. burn-out
2. COPD
3. Tinnitus
4. RSI

Als je de hele dag dezelfde beweging moet maken, kun je ........ krijgen

1. RSI
2. een fysiotherapeut
3. een werkhouding
4. behandelen

Zij kan ........ moeilijk concentreren

1. haar
2. hem
3. zich
4. je

Bij medicijnen zit meestal een ..

1. doos
2. informatie
3. bijsluiter
4. afsluiter

Zij kan moeilijk lopen. Dat is een ...

1. uitslag
2. moeilijkheid
3. beperking
4. aanpak

Ik ....... gisteren bij mijn ouders gebleven.

1. kan
2. mocht
3. heb
4. ben

Ik ben gebleven.
Ik ben geweest.
Ik ben ....???

Wat doet een mantelzorger? Maak een hele zin.

Ik houd rekening ..... de buren.

1. met
2. op
3. van
4. tegen

Koffie is duur vergeleken ... een jaar geleden.

1. op
2. met
3. tussen
4. in

Ik ben gespannen ... mijn examen.

1. tegen
2. voor
3. over
4. op