What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
12.4 glucose homeostase
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Normwaarde = 5,0 mmol (0,9 g/L)
Slide 2 - Slide
Glucagon
Alvleesklier regelt suikerspiegel door hormonen
glucagon
en
insuline
.
Organen reageren op deze hormonen.
Glucagon zorgt voor afbraak glycogeen door lever en spieren.
Daarnaast afbraak vetten.
Slide 3 - Slide
Insuline
Insuline zorgt voor opname glucose door lichaamscellen. Lever en spiercellen vormen glycogeen.
Vetcellen nemen meer vetten op.
Glucosewaarde daalt > lagere productie insuline.
Slide 4 - Slide
Effect van binden insuline aan zijn receptor
1. Binding insuline
2. Cascade van reacties
3. Blaasjes met glucosepoortjes gaan naar het celmembraan en fuseren ermee
4. Glucose stroomt de cel in
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Bevat je bloed na het eten van een brood spaghetti veel insuline of veel glucagon?
Slide 11 - Open question
Hoe zorgt insuline ervoor dat de glucose concentratie in het bloed na het eten van een bord spaghetti weer daalt tot de normwaarde?
Slide 12 - Open question
Na twee uur fietsen daalt de bloedsuikerspiegel van de wielrenner. Bevat zijn bloed dat veel insuline of veel glucagon?
Slide 13 - Open question
Welke stof zet glucose om in glycogeen?
A
Suiker
B
Insuline
C
glucagon
D
Glycogeen
Slide 14 - Quiz
Je bent aan het sporten. Wat gebeurt er met het glycogeen- en het glucosegehalte in je lichaam?
A
glycogeen daalt glucose stijgt
B
glycogeen stijgt glucose stijgt
C
glycogeen daalt glucose daalt
D
glycogeen stijgt glucose daalt
Slide 15 - Quiz
Adrenaline zet glycogeen om in glucose. Welk ander hormoon ken je die dit ook doet?
A
cortisol
B
insuline
C
glycogeen
D
glucagon
Slide 16 - Quiz
1
2
3
4
5
6
7
insuline
glucagon
stimuleert cellen om meer glucose op te nemen
bloedsuikerspiegel stijgt
bloedsuikerspiegel daalt
hoge glucoseconcentratie
lage glucoseconcentratie
Slide 17 - Drag question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Diabetes
Diabetes type 1: geen vorming insuline > geen daling bloedsuiker
De beta cellen worden aangevallen door de eigen afweer
Diabetes type 2: receptoren minder gevoelig voor insuline, de cascade komt niet op gang
Slide 20 - Slide
Kijk goed!
Wie heeft diabetes?
Michel of Monique?
A
Michel
B
Monique
Slide 21 - Quiz
Wie krijgen diabetes type 1 meestal
A
Ouderen
B
Jongeren (tot 30 jaar)
C
Kleuters
D
Kinderen
Slide 22 - Quiz
.... komt veel voor bij mensen met overgewicht die weinig bewegen
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2
Slide 23 - Quiz