Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹Return to search

2. Spierstelsel

Mimische spieren
1 / 22
next
Slide 1: Mind map
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Mimische spieren

Slide 1 - Mind map

Een kenmerk van een verkrampte spier is..
A
Atrofie
B
Hypertonie
C
Hypotonie

Slide 2 - Quiz

Wat is de energie leverancier voor de spieren?
A
Koolhydraten
B
Suiker

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je het begin van een spier?
A
Oorsprong (origo)
B
Aanhechting (insertio)
C
Contractie
D
Spierinnervatie

Slide 4 - Quiz

Wat is een hypotonische spier
A
Die is slap
B
de is gespannen

Slide 5 - Quiz

                              Wat hoort bij elkaar?
meerhoofdige spier 
meerbuikige spier 
meerpezige spier 
meerdere oorsprongplekken
meerdere aanhechtingsplaatsen
meerdere peesstroken

Slide 6 - Drag question

1
2
3
Bundel
Spier
Vezel

Slide 7 - Drag question

Mimische spieren hechten zich aan aan het bot
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Mondkring
spier
Onderlip
omlaag
trekker 
lachspier
Brede 
halsspier
Kin
spier

Slide 9 - Drag question

Uit welk spierweefsel bestaan de mimische spieren?
A
glad gestreept
B
dwarsgestreept
C
zijwaarts gestreept
D
rond gestreept

Slide 10 - Quiz

Hoe trekt glad spierweefsel samen?
A
Langzaam en gelijkmatig
B
Snel en gelijkmatig
C
Snel en krachtig

Slide 11 - Quiz

Waardoor kunnen je spieren bewegen?
timer
1:00

Slide 12 - Open question

Hoe is een spier opgebouwd?
timer
1:00
A
Spiervezels vormen een spierbundel en die vormen samen de spier
B
Spierbundels vormen samen spiervezels en die vormen samen de spier
C
pezen vormen spiervezels en die vormen samen een spier
D
pezen vormen spierbundels en die vormen samen een spier

Slide 13 - Quiz

Wat is spier innervatie?
A
Het bewegen van een spier
B
het samentrekken van een spier
C
het prikkelen van een spier

Slide 14 - Quiz

Mimische spieren hechten zich aan aan het bot
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat kun je zeggen over hartspierweefsel?
A
Het is onwillekeurig
B
Het is willekeurig

Slide 16 - Quiz

mondkringspier
voorhoofdsspier
wenkbrauwrimpelaar
oogkringspier

Slide 17 - Drag question

Wat zijn myofibrillen?
A
Spiervezels
B
Zenuwcellen
C
Zenuwvezels

Slide 18 - Quiz

slanke neusspier
lachspier
kinspier

Slide 19 - Drag question

Hoe trekt dwarsgestreept spierweefsel samen?
A
Langzaam en gelijkmatig
B
Langzaam en krachtig
C
Snel en krachtig

Slide 20 - Quiz

Synergisten
Grote jukbeenspier
kleine jukbeenspier
wangkauwspier
slaapkauwspier
mondhoekheffer
bovenlipheffer

Slide 21 - Drag question

Antagonisten
2 buikige kaakspier
achterhoofdsspier
Lachspier

Slide 22 - Drag question