Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Total bijeenkomst 2: Ik als leider middag

Bijeenkomst 2: Ik als leider 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

Bijeenkomst 2: Ik als leider 

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige bijeenkomst? 

Slide 2 - Slide

Log, retail, efficiënt, sociaal, luisteren, vriendelijk 
 

Zorgzaam, zelfstandig, flexibel, overtuigend, respectvol, betrouwbaar 

Slide 3 - Slide

Waar gaan we het vandaag over hebben? 

Leiderschap/leiderschapsstijlen
Covey,  de cirkel van invloed  
Groepsvorming volgens Tuckmann
Huiswerkuitdaging (begrafenis)

Slide 4 - Slide

Wat is voor jou leiderschap? Beeld dit uit met een afbeelding

Slide 5 - Open question

Leiderschap is het proces waarbij een individu anderen beïnvloedt om een bepaald doel te bereiken. Goed leiderschap is in staat om anderen te stimuleren en te inspireren. Deze leiders versterken motivatie, betrokkenheid en de prestaties van de organisatie.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Hoeveel procent van de medewerkers ervaart het omgaan met hun leidinggevende als meest stressvolle aspect van hun baan?
A
5%
B
15%
C
32%
D
75%

Slide 8 - Quiz

Hoeveel procent van de Nederlanders ervaart een demotiverend werkklimaat door hun leidinggevende?
A
45%
B
59%
C
68%
D
82%

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Hersey en Blanchard  Situationeel leiderschap

Slide 11 - Slide

'Ik kan het nog niet goed en ik weet ook niet of ik het wel leuk vind'. Welke begeleidingsstijl past hierbij?
A
S1 leiden
B
S2 begeleiden
C
S3 steunen
D
S4 delegeren

Slide 12 - Quiz

"Daar hoef je niet naar om te kijken." Welke begeleidingsstijl past hierbij?
A
S1 leiden
B
S2 begeleiden
C
S3 steunen
D
S4 delegeren

Slide 13 - Quiz

"Ik wil graag maar kan het niet." Welke begeleidingsstijl past hierbij?
A
S1 leiden
B
S2 begeleiden
C
S3 steunen
D
S4 delegeren

Slide 14 - Quiz

"Ik kan het prima, maar heb niet altijd even veel zin." Welke begeleidingsstijl past hierbij?
A
S1 leiden
B
S2 begeleiden
C
S3 steunen
D
S4 delegeren

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Aan het werk!
1 leidinggevende, 1 medewerker, 2 observanten
Leidinggevende geeft opdracht, ‘medewerker’ reageert verbaal en non-verbaal vanuit S1 tm S4.
Vervolgens gaan de observanten en leidinggevende bij het vak staan waarvan ze denken dat de medewerker uit heeft gereageerd.
 Samen nabespreken. Had de leidinggevende het goed? Heeft hij/zij de correcte stijl gehanteerd?
Door wisselen! Iedereen medewerker, observant en leidinggevende.

Slide 17 - Slide

Blake and Mouton 

Slide 18 - Slide

Twee managers in een crisisinstelling konden het niet met elkaar vinden. Voortdurend hadden zij verhitte discussies op de plenaire vergaderingen, wat dikwijls tot strijd leidde. Het gevolg was dat processen stagneerden. Daarbij roddelden deze collega’s veel over elkaar. Ook de overige collega’s hadden hun praatje over die twee medewerkers klaar.
De managers verschilden van karakter. De ene was een man die zijn emoties niet snel liet zien en zijn gelijk vaak op een analytische wijze wilde krijgen. In het roddelcircuit werd vaak gezegd dat deze man autistische kenmerken had, zonder dat daar concreet bewijs voor was.
De andere manager was een mensen-mens, hij maakte met iedereen een praatje, maar stond dan weer bekend als de medewerker die een grote flapuit is en iemand die zijn emoties eerder liet spreken dan zijn verstand.

Slide 19 - Slide

Denk nog eens terug aan de uitslag van je assessment. Wat voor soort leidinggevende ben jij? Ben jij meer een taakgerichte leidinggevende of meer een mensgerichte leidinggevende? Waar zou jij jezelf plaatsen in de grafiek van Blake en Mouton?

Slide 20 - Open question

De 7 eigenschappen van effectief leiderschap 

1. Wees proactief
2. Begin met het einde voor ogen
3. Belangrijke zaken eerst
4. Denk win-win
5. Eerst begrijpen, dan pas begrepen worden
6. Synergie
7. Houd de zaag scherp

Slide 21 - Slide

Eigenschap 1: Wees proactief 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Je hebt net het filmpje gezien over vastdenken. Kun je voor jezelf een voorbeeld bedenken waar je je proactiever op zou willen stellen?

Slide 24 - Open question

Eigenschap 2: Begin met het einde voor ogen 

Slide 25 - Slide

Eigenschap 3: Belangrijke zaken eerst

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Eigenschap 4: Denk win win

Slide 28 - Slide

Kun je uit je eigen ervaring voorbeelden van win-win situaties bedenken?

Slide 29 - Open question

Eigenschap 5: Eerst begrijpen, dan begrepen worden

Slide 30 - Slide

Empathisch luisteren 
1. Let ook op lichaamstaal
2. Wees beschikbaar en ontvankelijk
3. Luister zonder het gesprek te willen overnemen
4. Stel vragen (bij voorkeur open vragen)
5. Probeer het standpunt van de ander te erkennen en je  oprecht in de ander te verplaatsen

Slide 31 - Slide

Eigenschap 6: Creëer synergie

Slide 32 - Slide

Denk eens aan een persoon die heel anders is dan jij. Wat zou je toch van die persoon kunnen leren?

Slide 33 - Open question

Geef op een schaal van 1 (soms) tot en met 5 (altijd) aan in hoeverre de stelling aansluit bij jouw gedrag:
1. Ik stel bijdragen van anderen ter discussie
2. Ik ben open en eerlijk in mijn communicatie
3. Ik kom mijn beloften en toezeggingen na
4. Ik blijf rustig in stressvolle situaties
5. Ik breng mijn gevoelens helder over
6. Ik ben realistisch in mijn verwachtingen van anderen
7. Ik deel erkenning en succes met anderen
8. Ik waardeer verschillende meningen en probeer die te begrijpen
9. Ik bespreek de feiten zonder die te overdrijven
10. Ik neem de verantwoordelijkheid als dingen misgaan

Slide 34 - Slide

Puntentelling:
40-50: Je bent een topproducent van synergie


22-39: Je zit op het goede spoor

10-21: Let op! Je blokkeert synergie

Slide 35 - Slide

Eigenschap 7: Houd de zaag scherp

Slide 36 - Slide

Wat zijn activiteiten die bij jou persoonlijk passen waarmee jij de zaag scherp kunt houden?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Video

De circkel van invloed 

Slide 39 - Slide

Opdracht:
• Om welke gebeurtenissen maak jij je druk?
• Op welke kun je wél invloed uitoefenen?
• Welke overtuigingen staan jou in de weg om de regie te nemen? Vaak betreft dat bepaalde gedachten en reacties.
• Welke kun je loslaten?



Slide 40 - Slide

Begrafenis opdracht (optioneel)
Wie denk je dat er op jouw begrafenis zullen spreken?
Wie zou je willen dat er op jouw begrafenis spreken?
Wat denk je dat ze over je zullen zeggen, vijf jaar van nu, als je blijft doen wat je doet?

Probeer vervolgens je gedachten op papier te zetten. Ben je de mens die je wil zijn? Of besteed je teveel tijd aan zaken die er niet toe doen? Wat gaan de mensen die jij hebt opgeschreven zeggen? En is dat wat je wilt dat ze zeggen?

Slide 41 - Slide

Evaluatie
Wat het leerzaam vandaag? 
Ben je tevreden met het resultaat? Wat kan beter? 

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide