Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Orthopedagogiek - Hechting en automutilatie

Zelfbeschadiging
1 / 31
next
Slide 1: Slide
VPROMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zelfbeschadiging

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

- Weet jij wat zelfbeschadiging inhoudt

- Weet jij wat redenen en gevolgen kunnen zijn van zelfbeschadiging

Ken jij het verschil tussen een hechtingsstoornis en hechtingsproblematiek

- Ken jij de risico- en beschermingsfactoren van hechting 


Persoonlijk doel: Wat zou jij willen leren over dit onderwerp?

Slide 2 - Slide

Wie kan er iets vertellen over zelfbeschadiging? Ervaringen/verhalen

Slide 3 - Open question

Wat is een ander woord voor zelfverwonding of zelfbeschadiging?
A
agressie
B
automutilatie
C
rumineren
D
stereotyp gedrag

Slide 4 - Quiz

Yes we can! 
https://www.videoland.com/player/90404//500734
26:45 



Beantwoord de vragen: 






Slide 5 - Slide

Vragen fragment YES we can!
Vragen fragment YES we can!

 

Schrijf individueel op:
1. Wat valt je op aan deze twee meiden?
2. Wat zijn de redenen van deze meiden mbt zelfbeschadiging?
3. Welke redenen kun jij nog meer bedenken?
4. Is zelfbeschadiging een oorzaak of een gevolg van deze meiden? en waarom?











timer
5:00

Slide 6 - Slide

Automutilatie
  • Het zichzelf beschadigen en pijn doen, soms met behulp van hulpmiddelen. 

  • Het is een vorm van dwangmatig, zelf verwondend gedrag'

  • Bij meer dan de helft van de mensen met een ernstige verstandelijke beperking komt automutilatie voor.

  • Hoe ernstiger de verstandelijke beperking, hoe groter de kans

  • Samenhang van automutilatie en niveau van communicatie, taalontwikkeling en zelfredzaamheid  

Slide 7 - Slide

Waarom automutilatie?

Slide 8 - Slide

Vormen van automutilatie
Welke vormen van automutilatie kun jij benoemen?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De belangrijkste oorzaak of reden van automutileren is een gebrek aan probleem oplossend vermogen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Stel; jij werkt als persoonlijk begeleider met deze doelgroep, wat zal belangrijk zijn in de begeleiding?

Slide 14 - Open question

Persoonlijk begeleider; hoe ga je ermee om?

                                                               Wat moet je vooral niet doen................?
  • maar ook......niet staren naar de zelfbeschadiging !!
  • Erkennen, herkennen en bespreken problematiek​
  • Vertrouwensband opbouwen
  • Dagboek bijhouden: trend wanneer het plaatsvindt​
  • Ontdekken welke stressmomenten bepalend zijn​
  • Aanbieden van dagbesteding
  • Stichting Zelfbeschadiging -> 355 alternatieven​
  • O.a. omgaan met woede, ontspanningsoefeningen, hulp leren vragen, schrijven fysieke uitdagingen, bewustwording​






Slide 15 - Slide

Behandelingen
Verschillende soorten behandelingen
Paarden!?!?!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Tijd voor een kopje koffie/thee :)
Daarna voorbereiding examens

Slide 18 - Slide

HECHTING

Slide 19 - Slide

Waar denk jij aan bij het woord hechting?

Slide 20 - Mind map

Wat is hechting?
Hechting is de duurzame emotionele band tussen ouder en kind die ontstaat in het eerste levensjaar​


Kind voelt zich vertrouwd​
Maakt vaak contact met ouder/verzorger​
Laten zich snel door hen geruststellen​
Durft van alles te onderzoeken

Twee pijlers: ​
Veilige basis: Kind weet en voelt in onbekende situaties terug te kunnen gaan naar zijn ouder​

Veilige haven​: ​Kind heeft contact met de ouder als hij/zij een onbekende ruimte aan het verkennen is (bv. via oogcontact, zwaaien o.i.d.).












Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Onveilige hechting

3 indelingen:​

Vermijdend gehechte kinderen​
‘te enthousiast’ op onderzoek uit, geen contact ouder, denken het zelf te moeten oppakken​

Ambivalent of afwerend gehechte kinderen​
Onderzoeken hun omgeving juist te weinig, accepteren geen troost​

Gedesoriënteerde gehechtheid​
Kind lijkt doelloos te handelen 







Slide 24 - Slide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 27 - Slide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 28 - Slide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 29 - Slide

Schrijf op:
1. Hoe is de band met je ouder(s)/verzorger(s)? 

2. Schrijf een situatie op waarin de hechting/band met je ouder(s)/verzorger(s) (even) verstoord was. Wat maakte dat de hechting/band (even) verstoord was? 

3. Is deze hechting/band wel/niet weer hersteld? Waardoor kwam dit denk je? 

timer
5:00

Slide 30 - Slide

Aan de slag
Methodiek herzien:
- Thema 2 hoofdstuk 8 alle opdrachten niveau 3 en 4
GGZ2
- Thema 1 opdracht 1 tm 9

Slide 31 - Slide