Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹Return to search

ABR7 01.10.2024

Welkom!
01.10.2024
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AndersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Welkom!
01.10.2024

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Herhaling 2.15
  • Herhaling 2.2
  • Herhaling 2.7
  • Herhaling 2.13

Slide 2 - Slide

Terugblik
  • Bespreken HW (werkblad les 33 Klare Taal) 

Slide 3 - Slide

2.2
  • Bekijk de tekst bij opdr. 13 (blz. 54)
  • Bekijk nog een keer de video  

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

create.kahoot.it

Slide 9 - Link

Ik bel morgen.- Morgen bel ik

  •  Kijk naar de video                                                       van TC 2.7

Slide 10 - Slide

In een hoofdzin staat:
- de wie/wat op de 1e plaats
- het werkwoord op de 2e plaats                 in de zin
- de rest op de 3e plaats 
een 2e werkwoord staat altijd achteraan in de zin!

Ik                          moet      vandaag naar school
De jongens       gaan        zaterdag           voetballen
De koelkast       staat        in de keuken
Wij                       hebben  gisteren             gefietst

Slide 11 - Slide

Sommige zinnen beginnen met tijd of plaats:
wie/wat staat dan na het werkwoord.
Het werkwoord staat altijd op de 2e plaats in de zin.

Vandaag          moet          ik             naar school
Zaterdag         gaan          de jongens          voetballen
In de keuken  staat          de koelkast
Gisteren           hebben    wij                          gefietst


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat is de goede woordvolgorde in een normale zin?
1
2
3
de rest
onderwerp
persoonsvorm

Slide 14 - Drag question

De woordvolgorde van de rest van de zin.

De woordvolgorde in een zin.

  1. wie/wat (onderwerp)
  2. werkwoord (persoonsvorm)
  3. de rest


Ik loop naar school.

Slide 15 - Slide

Maak goede zinnen met de woorden
Sleep de woorden in de goede volgorde.
Begin met het rode woord.

Slide 16 - Slide

mijn ouders
Volgende week
op bezoek
komen

Slide 17 - Drag question

dan in Nederland
In Frankrijk
meer mensen
wonen

Slide 18 - Drag question

hebben
de kinderen
geen les
Op woensdag-middag

Slide 19 - Drag question

niet
we
Vanavond
thuis
zijn

Slide 20 - Drag question

televisie
Na het eten
altijd
kijken
wij 

Slide 21 - Drag question

Maak een zin die begint met:
Morgen

Slide 22 - Open question

Maak een zin die begint met:
Om drie uur

Slide 23 - Open question

Maak een zin die begint met:
In mijn huis

Slide 24 - Open question

2.13

Slide 25 - Slide

2.13
  • Lees het gele blokje op blz. 91
  • Bekijk nog een keer de video  
  • Werkblad van A tot zin
  • Bespreken

Slide 26 - Slide