Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹Return to search

Grafieken en formules

Welkom!



Grafieken en Formules 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!



Grafieken en Formules 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

Rekenen met patronen
Rekenen met formules 

Slide 2 - Slide

Patronen
Hoe reken je uit hoeveel je moet betalen voor 30 personen? 


10 + 20 = 30
€200 + €350 = €550

6 x 5 = 30
6 x €125 = €750

40 - 10 = 30
€650 - €200 = €450

Slide 3 - Slide

Patronen
Hoe reken je uit hoeveel je moet betalen voor 30 personen? 


10 + 20 = 30
€200 + €350 = €550

6 x 5 = 30
6 x €125 = €750

40 - 10 = 30
€650 - €200 = €450

Slide 4 - Slide

Patronen
Hoe reken je uit hoeveel je moet betalen voor 30 personen? 



                                                      Hier klopt 
                                                      niets van!

10 + 20 = 30
€200 + €350 = €550

6 x 5 = 30
6 x €125 = €750

40 - 10 = 30
€650 - €200 = €450

Slide 5 - Slide

Patronen
Hoe moet het dan wel?

Zoek naar het patroon met behulp van + of - 

20 - 10 = 10 
€350 - €200 = €150  
            Per 10 personen dus + €150

20 + 10 = 30
€350 + €150 = €500 

Slide 6 - Slide

Hoeveel betaal je voor 25 personen ?
A
€500
B
€475
C
€425
D
€375

Slide 7 - Quiz

Wat is het startbedrag ?
A
€0
B
€25
C
€50
D
€75

Slide 8 - Quiz

Zelf een formule opstellen 
Wat wil je berekenen? 
        Totale kosten
Waar hangen de totale kosten van af? 
         Aantal personen, de prijs per persoon en het startbedrag


Startbedrag = €50

Slide 9 - Slide

Zelf een formule opstellen 
Wat wil je berekenen? 
        Totale kosten

Waar hangen de totale kosten van af? 
        Aantal personen, de prijs per persoon en het startbedrag


Startbedrag = €50

Slide 10 - Slide

Zelf een formule opstellen 
Wat wil je berekenen? 
        Totale kosten
Waar hangen de totale kosten van af? 
        Aantal personen, de prijs per persoon en het startbedrag


Startbedrag = €50
Totale kosten = startbedrag + aantal personen x prijs p.p. 

Prijs per 5 personen = €200 - €125 = €75
Prijs per persoon = €75 : 5 = €15
Totale kosten = €50 + aantal personen x €15 

Slide 11 - Slide

Zelf een formule opstellen 
Wat wil je berekenen? 
        Totale kosten
Waar hangen de totale kosten van af? 
        Aantal personen, de prijs per persoon en het startbedrag


Startbedrag = €50
Totale kosten = startbedrag + aantal personen x prijs p.p. 

Prijs per persoon = €75 : 5 = €15

Totale kosten = €50 + aantal personen x €15 

Slide 12 - Slide

Moet je dit helemaal zelf kunnen?
Nee 
Tip bij:  Meerkeuze vragen.


Bereken uit het verhaaltje " moment 2 ". 
Vul vervolgens de meerkeuzeantwoorden in. 

Slide 13 - Slide

Maken in studiemeter 

Slide 14 - Slide