Wat is het effect van membraanfiltratie op het aantal bacteriën per ml?
Slide 2 - Slide
Hoe werkt een kolonietelling?
Aangezien je niet weet hoeveel bacteriën in het monster zitten maak je eerst een decimale verdunningsreeks.
Vervolgens pipetteer je de verschillende verdunningen steriel uit op platen.
Na incubatie tel je het aantal kolonies op de platen en bereken je het kiemgetal (KVE/ml) Bij practicum procestechniek.
Slide 3 - Slide
Spreidplaatmethode
Steriel 0,1 ml op de plaat brengen
Gebruik hiervoor de pipetman
Verdeel de vloeistof met een
drigalski spatel
Slide 4 - Slide
Aandachtspunten
Werk steriel, dus gebruik telkens een schone pipetpunt en flambeer de openingen van de buizen.
Homogeniseer de buizen goed voor pipetteren, bacteriën zakken snel uit
Werk nauwkeurig, een kleine afwijking kan een groot verschil maken in de einduitslag. Controleer of je een factor 10 verschil ziet in het aantal KVE op opeenvolgende platen.
Slide 5 - Slide
Tellen van de platen
KVE= Kolonie Vormende Eenheid
>300 KVE=n.t.t (niet te tellen)
<30 KVE= onbetrouwbaar
30-300 KVE= betrouwbaar
Slide 6 - Slide
Berekenen van het kiemgetal
Alleen de plaat met 63 KVE is betrouwbaar.
Er was 0,1 ml gepipetteerd vanuit de 10-5 verdunning.
In het onverdunde water zat dus 63x 105 x10 = 6,3 x 107 KVE/ml
Slide 7 - Slide
Wanneer?
Practicum 6 kun je pas uitvoeren wanneer je bij practicum procestechniek het vuile water hebt gefiltreerd. De monsters sla je op in de koelkast van de biologie labzaal.