Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Gereedschapkennis 1

Gereedschapkennis 1
Het is belangrijk dat je gereedschappen goed kent bij naam en waarvoor je ze kunt gebruiken. In deze les ga je hiermee aan de slag. LET OP: wanneer er gevraagd wordt om uitleg doe je dit zo goed en uitgebreid mogelijk.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gereedschapkennis 1
Het is belangrijk dat je gereedschappen goed kent bij naam en waarvoor je ze kunt gebruiken. In deze les ga je hiermee aan de slag. LET OP: wanneer er gevraagd wordt om uitleg doe je dit zo goed en uitgebreid mogelijk.

Slide 1 - Slide

De volgende vragen gaan over dit gereedschap

Slide 2 - Slide

Hoe heet het gereedschap?
A
Schuifmaat
B
Rolmaat
C
Centimeter
D
Duimstok

Slide 3 - Quiz

Wat kan je precies met dit gereedschap? Noem minimaal 2 dingen wat je ermee kan.

Slide 4 - Open question

Waarvoor dient de schuif-knop? En leg uit waarom dit handig is.

Slide 5 - Open question

De volgende vragen  gaan over dit gereedschap

Slide 6 - Slide

Hoe heet dit gereedschap?

Slide 7 - Open question

0

Slide 8 - Video

Noem minimaal drie materialen wat je met dit gereedschap kan snijden.

Slide 9 - Open question

Handzaag

De bekendste zaag is: de handzaag. Dit is de gewone zaag die we kennen, en wordt meestal gebruikt voor het zagen van planken of latten. 
Deze zaag zorgt immers voor mooie rechte houtsneden. De handzaag bestaat uit een flexibel stalen zaagblad met een handvat eraan. Hoe fijner de tanden van de zaag, hoe fijner het hout kan zijn. Hoe dikker het zaagblad daarentegen, hoe rechter de snee. De tanden wijzen wat naar voren, van de zager af. Daardoor wordt met het hele lichaamsgewicht de zaag door het hout geduwd, terwijl het terughalen soepel loopt.
Hetzelfde type zaag kan ook voor andere materialen gebruikt worden, waarbij de tanden van het zaagblad anders is. Zo bestaan er zagen voor piepschuim, isolatie, gipsplaten, gasbeton en zo verder: elke type materiaal zaagt gemakkelijker met een product wat er specifiek voor gemaakt is.

Slide 10 - Slide

Hoe staan de tanden van een handzaag?
A
naar voren
B
naar achter
C
om en om
D
recht naar beneden

Slide 11 - Quiz

Waarom staan de tanden zo gericht?

Slide 12 - Open question

Hoe heet deze zaag?
A
Handzaag
B
Kapzaag
C
Ijzerzaag
D
Boomzaag

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Noem twee vormen van vijlen

Slide 15 - Open question

Sleep de juiste naam naar de juiste grofte
Grof
Middel grof
Fijn
Zoete vijl
Basta vijl
Half zoete vijl

Slide 16 - Drag question

Hoe heet dit gereedschap?

Slide 17 - Open question

Waarom zijn er zo verschillende soorten? Noem minimaal 2 voorbeelden.

Slide 18 - Open question

Welke schroef hoort bij welke gereedschap?

Slide 19 - Drag question

Hamers

Slide 20 - Slide

Hoe heet deze hamer?
A
Bankhamer
B
Moker
C
Klauwhamer
D
Kaphamer

Slide 21 - Quiz

Hoe heet deze hamer?
A
Bankhamer
B
Moker
C
Klauwhamer
D
Kaphamer

Slide 22 - Quiz

De kop van het gereedschap is te krijgen in verschillende gewichten, waarom is dat?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

Hoe heet het gereedschap uit het filmpje?

Slide 25 - Open question

Waarvoor is het gereedschap bedoelt?

Slide 26 - Open question

Bij welke beroepen wordt dit gereedschap veel gebruikt? Sleep naar goede vak.
Automonteur
Tegelzetter
Timmerman
Fietsenmaker
Glaszetter
Schilder

Slide 27 - Drag question

Vaak kom je dit gereedschap tegen bij aanschaf van meubels die zelf nog gedeeltelijk in elkaar moeten worden gezet. 

Slide 28 - Slide

Hoe heet dit gereedschap
A
Steeksleutel
B
Torxsleutel
C
Schroeverdraaier
D
Inbussleutel

Slide 29 - Quiz

Hoe heet deze tang?
A
Zijkniptang
B
Combinatietang
C
Knijptang
D
Rondbektang

Slide 30 - Quiz

Welke twee dingen kan je met deze tang?

Slide 31 - Open question

Hoe heet deze tang?
A
Zijkniptang
B
Combinatietang
C
Knijptang
D
Rondbektang

Slide 32 - Quiz

Bij welk beroep worden deze tangen het meest gebruikt?
A
Automonteur
B
Loodgieter
C
Elektricien
D
Tegelzetter

Slide 33 - Quiz

Hoe heet dit gereedschap?
A
Knijptang
B
Combinatietang
C
Platbektang
D
Griptang

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

Wat moet je doen om het gereedschap iets stevig te laten vasthouden? Leg uit hoe het werkt.

Slide 36 - Open question

Waarvoor dient de blauwe knop?

Slide 37 - Open question

Er is van allerlei gereedschap langs gekomen. Welk gereedschap heb jij allemaal thuis? Noem er een aantal.

Slide 38 - Open question

Heb je wel eens gereedschap verkeerd gebruikt? Wat gebeurde er toen?

Slide 39 - Open question