This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Verstandelijke beperking
Slide 1 - Mind map
Niveau aanduiding
Niveau aanduiding
IQ
Typering
Mensen met een LVB
50-70
kunnen zich redelijk uitdrukken en kunnen in veel gevallen lezen en met geld omgaan. Zij kunnen zich vrij zelfstandig bewegen en voor zichzelf zorgen .
Mensen met een MVB
20-50
kunnen meestal aangeven wat ze willen. ze kunnen leren zichzelf om te kleden en zelfstandig te eten. zelfstandig werken, wonen en reizen lukt vaak niet. hebben op alle gebieden ondersteuning nodig.
Mensen met een EVB
<20
Zij hebben op alle gebieden intensieve ondersteuning nodig. Ong. 1/3 heeft tevens ernstige problemen met horen, zien, bewegen of andere lichamelijke aandoeningen zoals epilepsie.
Slide 2 - Slide
Kenmerken
Cognitieve aspect
sociaal-emotionele aspect
motorische aspect
Slide 3 - Slide
Cognitieve aspecten
Denken:
Denken verloopt concreet (loop naar de muur i.p.v. loop naar de overkant)
Waarnemen:
Waarnemen gebeurt selectief (via zintuigen). ook meer oog voor details
Geheugen
Moeite met onthouden van meerdere dingen tegelijkertijd , tijdens uitleg dus stap voor stap
Slide 4 - Slide
Sociaal-emotionele aspect
De wijze waarop contact wordt gemaakt varieert.
De een maakt snel lichamelijk contact en komt naast je zitten, geeft je een knuffel en een zoen.
Anderen houden meer afstand, en vinden aanraking niet fijn.
De sfeer die je creëert en materialen die je gebruikt roepen bepaald gedrag op.
Inspelen op de belevingswereld is cruciaal.
Slide 5 - Slide
Motorische aspect
Bewegingsvaardigheden die opvallend zijn:
Traag, houterig, snel moe
Maar er zijn ook mensen die hun zwemdiploma halen, kunnen deelnemen aan teamsport of een G-atletiek record halen.
Slide 6 - Slide
Wat kun je zeggen over de motoriek van je sporters?
Slide 7 - Open question
Froukje kan zelfstandig wonen en redelijk goed voor zichzelf zorgen. Froukje heeft een:
A
LVB
B
MVB
C
EVB
D
ZVB
Slide 8 - Quiz
Bart kan nauwelijks zien en zit in een rolstoel. Zijn verzorger moet hem eten geven. Bart heeft een: