doel en gebruik oefenen met begrippen

• BSTA Tandartsassistente
• MBO
• Studiejaar 1

doel van de les

- herhalen van begrippen

- lesstof herhalen

1. Wat houdt een causale therapie in?

1. symptomen bestrijden
2. aandoeningen bestrijden
3. resistent worden
4. geen van de antwoorden zijn juist.

2. Hoe noemen we een injectie in een ader?

1. intraveneus
2. subcutaan
3. intra musculair
4. rectaal

3. Tabletten bestaan uit verschillende vormen, hoeveel verschillende vormen zijn er?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

4. Welke toediening zorgt voor de snelste werking?

1. via de ader
2. via de rectum
3. via de mond
4. via inhalatie.

5. Wat wil hypertensie zeggen?

1. een lage bloeddruk
2. een hoge bloeddruk

6. Wat betekent intra musculair?

1. in de ader
2. onder de huid
3. onder de tong
4. in een spier

7. Wat is een enteric coated tablet?

1. het is een smelt tablet dat in je mond uiteen valt.
2. het is geen tablet.
3. komt in zijn geheel in de darm terecht en valt uiteen

8. Wat is het doel van palliatieve therapie?

1. het voorkomen van aandoeningen
2. er achter te komen wat er aan de hand is met de patiënt
3. Terminale patiënten het zo comfortabel mogelijk maken.
4. de oorzaak weg te nemen.

9. Wat wordt er bedoeld met een placebo?

1. bevat werkzame bestanddelen.
2. zorgt voor daling van de bloeddruk
3. zorgt voor dat medicatie beter kan worden opgenomen
4. bevat geen werkzame bestanddelen.

10. Een profylaxe voorschrijven is een preventieve therapie.

1. waar
2. niet waar

11. Als je sensibel bent voor een bepaalde stof ben je er overgevoelig voor.

1. waar
2. niet waar

12. Een voorbeeld van lokaal gebruik is het het aanbrengen van een crème.

1. waar
2. nietwaar