Case 2 task 5 and 6
Make a questions from this sentence:
We like to go to Amsterdam
We like to go to Amsterdam
1 / 15
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Make a questions from this sentence:
We like to go to Amsterdam
We like to go to Amsterdam
Slide 1 - Open question
Make a questions from this sentence:
I brief my staff in the mornings
I brief my staff in the mornings
Slide 2 - Open question
Make a questions from this sentence:
They are at school right now.
They are at school right now.
Slide 3 - Open question
Make a questions from this sentence:
He talks to his mum every day.
He talks to his mum every day.
Slide 4 - Open question
Make a questions from this sentence:
I can make questions
I can make questions
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Vertaal het woord naar Engels:
aanpassen
aanpassen
Slide 7 - Open question
Vertaal het woord naar Engels:
geschikt/handig
geschikt/handig
Slide 8 - Open question
Vertaal het woord naar Engels:
momenteel
momenteel
Slide 9 - Open question
Vertaal het woord naar Engels:
ongewoon
ongewoon
Slide 10 - Open question
Vertaal het woord naar Engels:
vierkante meter
vierkante meter
Slide 11 - Open question
Vertaal het woord naar Engels:
echter
echter
Slide 12 - Open question
Vertaal het woord naar Engels:
vernieuwend
vernieuwend
Slide 13 - Open question
Vertaal het woord naar Engels:
Gelegenheid
Gelegenheid
Slide 14 - Open question
Vertaal het woord naar Engels:
Ik laat dat aan jullie over.
Ik laat dat aan jullie over.