What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
Oefenen W&H hfst 11,12,13
Wanneer de cholesterol te hoog is, welke boter kun je dan het beste gebruiken?
A
Halvarine
B
Margarine
C
Roomboter
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Welzijn
MBO
Studiejaar 1,4
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wanneer de cholesterol te hoog is, welke boter kun je dan het beste gebruiken?
A
Halvarine
B
Margarine
C
Roomboter
Slide 1 - Quiz
Hoeveel eieren adviseer je aan iemand met cholesterol?
A
1 per dag
B
1x in de 2 dagen (3 a 4 eieren per week)
C
1x in de 3 dagen (2 a 3 eieren per week)
Slide 2 - Quiz
Bij diabetes mellitus let je wel op de hoeveelheid koolhydraten bij voeding
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Bij diabetes mellitus let je niet op de hoeveelheid vet bij voeding.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Bij nierziekten let je wel op een beperking van eiwitten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Bij hart-en vaatziekten let je naast zouten en vetten ook op alcoholgebruik.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Welke producten koop je niet voor iemand met een lactose-intolerantie?
A
Zachte geitenkaas
B
Producten met melkpoeder.
C
Sojamelk.
D
Harde kaas.
Slide 7 - Quiz
Welke voeding adviseer jij bij een energie- en eiwitverrijkt dieet?
A
Vlees, vis en kip Vleesvervangers
B
Melk of melkproducten Noten en pinda's
C
Olijfolie Olijven
D
Peulvruchten
Slide 8 - Quiz
Welke voeding adviseer jij een zorgvrager die een vezelverrijkt dieet volgt?
A
Gaar gekookte groenten. zoals bloemkool, de roosjes van de broccoli, worteltjes
B
Volkorenproducten, zoals brood, volkorenpasta en zilvervliesrijst
C
Peulvruchten, zoals bruine bonen, kikkererwten en linzen
D
Groente en fruit en noten
Slide 9 - Quiz
Welke producten raad je af wanneer een zorgvrager een natriumbeperkt dieet volgt?
A
Mayonaise, ketchup en tomatenpuree Kaas, zowel jonge, belegen als oude kaas
B
Melk en melkproducten
C
Normaal gezouten brood eten Aardappelen, rijst en pasta
D
Kant-en-klare maaltijden en aardappelproducten Groente uit blik of glas en aangemaakte diepvriesgroenten
Slide 10 - Quiz
Wat mag iemand met een lactose-intolerantie hebben?
A
Kookroom Alle soorten medicatie
B
Slagroomtaart Koemelk
C
Vleeswaren
D
Brood
Slide 11 - Quiz
In welke gevallen is het een goed advies om energie- en eiwitrijke voeding te nemen?
A
Het lukt mevrouw De Rooij steeds vaker niet om de verpakking van etenswaren open te maken.
B
De dochter van mevrouw Lindeboom kan haar moeder niet meer helpen met het doen van boodschappen.
C
Het honger- en verzadigingsgevoel van meneer Blok wordt onderdrukt door kanker.
D
Door zijn ziekte heeft meneer Vasco chronische ontstekingen die zijn eetlust verminderen.
Slide 12 - Quiz
Door de afname van spiermassa ontstaat krachtverlies en….
Door gebrekkige opbouw van witte bloedcellen...
Door het effect van ondervoeding op de lichamelijke en emotionele toestand…
…neemt de kans op vallen en botbreuken toe
… wordt de kans op infecties en doorliggen verhoogd
….vermindert de kwaliteit van leven.
Slide 13 - Drag question
Welke klachten kunnen mensen met coeliakie (glutenintolerantie) ervaren?
A
Buikpijn
B
Vermoeidheid
C
Depressie
D
Gewichtsverlies
Slide 14 - Quiz
Welke adviezen kun je geven aan een cliënt die zijn bord steeds vaker niet leeg eet, maar wel aangeeft dat hij het eten lekker vindt?
A
Naar het gebit laten kijken, misschien zit dat niet lekker meer of doet het pijn.
B
Meneer Kloosterman gewoon veel kleinere porties geven.
C
Een diëtist inschakelen om samen met meneer Kloosterman zijn eetpatroon te bespreken.
D
Geen aandacht aan besteden.
Slide 15 - Quiz
Wat doe je als eerste als een client flink begint te hoesten tijdens het eten?
A
De cliënt rechtop laten zitten en met vlakke hand vijf slagen tussen de schouderbladen geven.
B
De cliënt rechtop laten zitten en aanmoedigen om door te hoesten.
C
De 'heimlich greep' uitvoeren.
D
De cliënt over je knie leggen en met vlakke hand vijf slagen tussen de schouderbladen geven.
Slide 16 - Quiz
Ondervoeding
Diarree
Obstipatie
Slikstoornis
dieetvoeding
Rehydratatiezouten
Vezelrijke producten
Koud water
Slide 17 - Drag question
Wat kun je een cliënt het beste adviseren bij obstipatie?
A
Een wit bolletje met hagelslag laten eten.
B
Blauwe bessen door de yoghurt laten doen.
C
In de gaten houden of ze minimaal 1,5 liter water per dag drinken.
D
Een kopje slaolie laten drinken.
Slide 18 - Quiz
Wat kunnen redenen zijn om voor maaltijdondersteuning in aanmerking te komen?
A
Je hebt slikproblemen.
B
Je kunt niet uit jezelf gaan eten.
C
Je hebt onvoldoende middelen om eten te kopen.
D
Je hebt nooit geleerd hoe je zelf kunt koken.
Slide 19 - Quiz
Pica
gastro-oesofageale reflux
Aerofagie
rumineren
Het eten van niet-eetbare dingen
Aandoening waarbij eten uit de maag terugloopt naar de slokdarm
Overmatig inslikken van lucht
Gewoonte om maaginhoud terug te brengen in de mond
Slide 20 - Drag question