This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Introduction
splitsen, aanvullen en schatten
Instructions
Items in this lesson
Handig rekenen
Compenseren & splitsen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doelen
Je kent twee nieuwe manieren van handig rekenen.
Je weet wanneer en hoe je kan compenseren.
Je weet wanneer en hoe je kan splitsen.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
1. Compenseren
Als tussenstap kun je een som vereenvoudigen en daarna weer kloppend maken. (Compenseren betekent: kloppend maken.) Bijvoorbeeld 176 + 99 = ? Eenvoudiger is: tussentap: 176 + 100 = 276 maar je hebt 1 teveel erbij gedaan, die moet er nog af. compenseren: 276 - 1 = 275
Slide 3 - Slide
Compenseren: weer gelijk maken, zodat het klopt.
436 + 502 =
Welke berekening is goed?
A
436 + 500 - 2 =
B
436 + 500 + 2 =
Slide 4 - Quiz
Je maakt van 502 een rond getal: 500. Als je 500 bij 436 optelt, heb je er 2 te weinig opgeteld. Die moet je er dan later weer bij optellen.
283 - 99 =
Welke berekening is goed?
A
283 - 100 + 1=
B
283 - 100 -1 =
Slide 5 - Quiz
Je maakt van 99 een rond getal: 100. Als je 100 van 283 aftrekt, heb je er 1 te veel afgetrokken. Die moet je er dan later weer bij optellen.
Reken handig uit: 87 + 99 =
Slide 6 - Open question
Maak van 99 een rond getal: 100. Tel 100 bij 87 op. Dan heb je 1 teveel erbij opgeteld, dus moet je die er later weer aftrekken.
Reken handig uit: 276 - 201
Slide 7 - Open question
Maak van 201 een rond getal: 200. Trek 200 van 276 af. Dan heb je 1 te weinig afgetrokken, dus moet je die er later nog vanaf halen.
2. Splitsen
Je mag ook een van de getallen splitsen om de som makkelijker te maken.
Bijvoorbeeld Som: 336 + 80 = 320 kan je makkelijk bij 80 optellen. Dus je splitst 336 in 320 + 16: 320 + 16 + 80 = Hergroepeer de som zodat de volgorde makkelijker is: 320 + 80 + 16 = 416
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
576 + 150 = ... + 26 + 150 = 726
Wat hoort op de puntjes?
A
250 en 130
B
230 en 125
C
230 en 385
D
230 en 300
Slide 9 - Quiz
130 kan je makkelijk van 230 aftrekken. Je splitst daarom 255 in 230 en 25.
287 + 130 = 270 + ... + 130 = ...
Wat hoort op de puntjes?
A
27 en 367
B
78 en 325
C
17 en 417
D
17 en 325
Slide 10 - Quiz
130 kan je makkelijk van 230 aftrekken. Je splitst daarom 255 in 230 en 25.
Reken handig uit: 283 + 30
Slide 11 - Open question
30 kan je makkelijk bij 270 optellen. Je splitst 283 daarom in 270 en 13. Tel eerst 270 en 30 bij elkaar op. Tel daarna de overgebleven 13 bij het antwoord op.
Reken handig uit: 97 + 120
Slide 12 - Open question
80 kan je makkelijk bij 120 optellen. Je splitst 97 daarom in 80 en 17. Tel eerst 80 en 120 bij elkaar op. Tel daarna 17 bij het antwoord op.