What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
WFT Basis hoofdstuk 15 en 16
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Praktische economie
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke stelling is juist?
1. Sparen verkleint je koopkracht
2. Beleggen verkleint je koopkracht
A
Beide stellingen zijn juist
B
Beide stellingen zijn onjuist
C
Alleen stelling 1 is juist
D
Alleen stelling 2 is juist
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Slide
Wat is slim om te doen?
A
Beleggen met geld dat je over een half jaar nodig hebt
B
Beleggen om te sparen voor pensioen als je nog 40 jaar moet werken
C
Beleggen met geleend geld zodat je vermogen opbouwt
D
Beleggen met zeer weinig risico terwijl je het over 15 jaar pas nodig hebt
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat is het verschil tussen aandelen en obligaties?
A
Bij een aandeel heb je een stukje eigendom van een bedrijf, bij obligaties geef je een lening aan dat bedrijf
B
Bij een aandeel heb je een stukje eigendom van een bedrijf, bij obligaties krijg je een lening van dat bedrijf
C
Aandelen kun je alleen van bedrijven hebben, obligaties alleen van de overheid
D
Op aandelen krijg je rente, op obligaties krijg je dividend
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Welke obligatie geeft het minste risico?
A
Staatsobligaties van ontwikkelde markten
B
Bedrijfsobligaties met een goede (A) rating
C
Hoog rendement obligaties
D
Staatsobligaties van opkomende markten
Slide 12 - Quiz
Rendement op vastgoed haal je door...
A
Door waardestijging en dividend
B
Door waardestijging en huuropbrengsten
C
Door huuropbrengsten en dividend
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
De grootste aandelenindex van Nederland heet...
A
Dow Jones
B
AEX
C
AMX
D
DAX
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Het risico van beleggen in aandelen die in Dollars staan genoteerd heet...
A
Marktrisico
B
Bedrijfsspecifiek risico
C
Valutarisico
D
Renterisico
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Met opties van aandelen kun je...
A
Het risico afdekken dat aandelen hard kelderen
B
Een klein bedrag investeren en bij een stijging alsnog een groot bedrag verdienen
C
Winst behalen op koersdalingen van aandelen
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide