Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Lesson 3 - CE prep

Exam prep
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Exam prep

Slide 1 - Slide

GOALS
- watching: why people believe they can't draw

- you brows the internet to find interesting texts

- you practice reading

Slide 2 - Slide

Watching
Do you think you can draw well?

Get out a pencil/marker and some paper.

Join the TED talk speaker.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Centraal examen 

B1 or B2


Slide 5 - Slide

Soorten examenvragen
- gatenzinnen
- hoofdgedachte

Slide 6 - Slide

Gatenzinnen

Slide 7 - Slide

gatenzinnen 1
Concentreer je op de alinea waarin die zin staat, zorg dat je de inhoud en boodschap volledig begrijpt. 
Bepaal de woordsoort en de functie van het woord dat op de lege plek ingevuld moet worden. Verzin  zelf een woord dat je passend lijkt. 
Kijk naar de meerkeuze-antwoorden en pas ze in de zin. 
Zit er een woord bij dat lijkt op jouw antwoord? 
Bij welk antwoord klopt de inhoud van de zin in de context?

Slide 8 - Slide

gatenzinnen 2
Het antwoord op dit type examenvraag kun je vaak beredeneren aan de hand van de directe omgeving van de gatenzin. Toch kan het zijn dat de zin betrekking heeft op het grotere geheel of algemene thema van de tekst, of op iets wat eerder is gezegd. Ga dus, als je het goede antwoord niet kunt vinden, op zoek naar aanwijzingen buiten de alinea.

Slide 9 - Slide

TIP!
TIP: Je vindt het goede antwoord bij deze vragen door de verschillende antwoorden in de zin uit te proberen. Probeer altijd alle antwoorden, ook als je het gevoel hebt dat een bepaald antwoord zeker goed is, of dat er bepaalde antwoorden zeker niet goed kunnen zijn. Deze controle minimaliseert de kans op fouten.

Slide 10 - Slide

hoofdgedachte 

Slide 11 - Slide

hoofdgedachte 1
 Het onderwerp van de tekst. 
Het belangrijkste wat er over dat onderwerp gezegd wordt, samenvatten in één zin = hoofdgedachte. 
Kortst mogelijke samenvatting van de tekst. 

Een tekst maar ook een alinea heeft een hoofdgedachte.

Slide 12 - Slide

hoofgedachte 2
Als je het tekstdoel kent, helpt dat om de hoofdgedachte te vinden.
 
• In een informatieve tekst, zoals een nieuwsbericht, een brochure of een handleiding, is de hoofdgedachte een feit: het belangrijkste nieuws of de belangrijkste informatie.

Slide 13 - Slide

hoofdgedachte 3
• In een betogende tekst, zoals een column of een ingezonden brief, is de hoofdgedachte de mening waarvan de auteur jou wil overtuigen.
• In een activerende tekst, zoals een advertentie of een advies- of reclamecampagne, bestaat de hoofdgedachte uit de dingen die de auteur je wil laten doen.

Slide 14 - Slide

Reading
www.howstuffworks.com

kies een tekst over iets dat jij interessant vindt, lees deze 

WORD-bestand:
- link naar tekst
- hoofdgedachte

Slide 15 - Slide