Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

2. M&O hoofdstuk 2 Intern onderzoek/product/prijs/plaats

Doel
  • Herhaling
  • bedrijfsformule
  • Marketing instrumenten
  • product
1 / 90
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 90 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Doel
  • Herhaling
  • bedrijfsformule
  • Marketing instrumenten
  • product

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het bedrijfsconcept kun je vergelijken met
A
Missie
B
Visie

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

De bedrijfscultuur kun je vergelijken met de
A
Missie
B
Visie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen missie en visie?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

De bedrijfscultuur is vooral gericht op
A
het product
B
de prijs
C
de promotie
D
het personeel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Huisvesting
  • Huisvesting oppervlakte/plattegrond
  • Huisvesting en duurzaamheid
  • Huisvesting en hygiëne
  • Huisvesting en sociale hygiëne

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Huisvesting en ruimteverdeling

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is de huisvesting van BOL.com?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Huisvesting en interieur
  • Binnenkant van het bedrijf
  • De ruimtes binnen het bedrijf (hal, toiletten, keuken enz.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Huisvesting en exterieur
De buitenkant van het bedrijf/organisatie
Voorbeelden:
Parkeerplaatsen
Fietsenstalling
Gevel
enz.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Huisvesting en inventaris
De tafels, bureau's, stoelen, computers, laptops, kopieermachines, bedden (in hotels en bungalows), software van computers enz.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Huisvesting en veiligheid
Ontruimingsplan

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huisvesting en duurzaamheid

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Huisvesting en hygiëne
  • Het moet schoon zijn:
  • Kleding in kledingwinkel hangt netjes (Esthetisch schoon)
  • De vloer is stofgezogen (Huishoudelijk schoon)
  • De deurkrukken zijn ontsmet (Hygiënisch schoon)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maar wat is sociale hygiëne?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Huisvesting en sociale hygiëne
sfeer binnen een bedrijf

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Organogram
schema van functienamen in een bedrijf/schematische weergave van een organisatie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Een bedrijfsplattegrond is een voorbeeld van
A
Interieur
B
Exterieur
C
Ruimteverdeling
D
Inventaris

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De keukenruimte van een bedrijf is een voorbeeld van
A
Ruimteverdeling
B
Interieur
C
Exterieur
D
Inventaris

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het keukenblok is een voorbeeld van
A
Ruimteverdeling
B
Interieur
C
Exterieur
D
Inventaris

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De brandpreventie is een voorbeeld van
A
Huisvesting en veiligheid
B
Huisvesting en duurzaamheid
C
Huisvesting en hygiëne
D
Huisvesting en sociale hygiëne

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Huisregels hoe er met gasten/klanten om moet worden gegaan is een voorbeeld van
A
Huisvesting en veiligheid
B
Huisvesting en duurzaamheid
C
Huisvesting en hygiëne
D
Huisvesting en sociale hygiëne

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

geef een voorbeeld van duurzaamheid in de recreatie wereld

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Marketing mix

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

  • Fysiologische behoeften
  • Veiligheid
  • Sociale acceptatie
  • Waardering
  • Zelf-ontplooing
  • De behoeftenpiramide van Maslow
Onze wensen en behoeften

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

  • Eten & drinken
  • een dak boven je hoofd
  • bij een groep horen
  • binnen de groep
  • op gebied van kennis vaardigheden/kwaliteiten

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Bedrijfsformule
= De invulling van de marketinginstrumenten gericht op de behoeften van de doelgroep en het onderscheid met de concurrentie

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Instrumenten
  • er zijn verschillende instrumenten...
  • Kun je verschillend 'bespelen'...
  • Voor verschillend publiek...

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Marketingmix

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Noteer aan de hand van het filmpje ALLE zaken die in onze tijd makkelijker kunnen EN noteer ook verandering in cultuur, waarden en normen!

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

De wereld van marketing....welk perspectief?
  • Modelgezin
  • Bij dialoog..
  • Dit gezin..
  • Uitgangspositie...
  • En anders..
  • ARGUMENTATIE!!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Product

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Product
  • Tastbaar (fysiek)
  • Niet tastbaar (een dienst)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe is het product, geredeneerd vanuit de marketing, in onze branche?
A
Tastbaar
B
Niet tastbaar

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Product
  • Fysieke eigenschappen
  • Toegevoegde eigenschappen (service, garantie e.d.)
  • Afgeleide eigenschappen (imago)

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Een gast heeft een 'lang weekend' geboekt bij Landal. Wat is het kernproduct?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Benoem een toegevoegde eigenschap van het product 'lang weekend'

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Benoem een afgeleide eigenschap (afgeleid product) van 'het lange weekend'

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Op basis van koopgewoontes
  • Convenience goods
  • Shopping goods
  • Specialty goods

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Convenience goods
  • De consument wil (of hoeft) niet veel moeite (te) doen om deze producten te kopen
  • Veelal gaat het om frequente en routinematige aangekochte producten
  • Voorbeeld: Producten uit de supermarkt

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Shopping goods
  • De consument doet enige moeite om het product aan te schaffen
  • De consument vergelijkt en overweegt op prijs en kwaliteit welk product hij of zij gaat aanschaffen
  • Voorbeelden: Kleding, 2e hands auto, vakantie

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Specialty goods
  • Consument doet (en is bereid) veel moeite (te doen) om het product aan te schaffen
  • Het zijn unieke producten met specifieke eigenschappen, kwaliteit en prijs hoeft niet eens belangrijk te zijn (het gaat dan om beleving en de uniekheid)
  • Voorbeelden: Luxe automerken (Rolls Royce), Catier, antiek, muziekinstrumenten

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Slide 47 - Video

This item has no instructions

Planning
  • Wo 2-11 Intern onderzoek
  • Do/Vrij 3 en 4-11 Bedrijfsformule/Product/Prijs
  • Ma 14-11 Plaats/promotie/Personeel
  • Wo 16-11 Marktsegmenten/Persona
  • Do/Vrij 17 en 18-11 Vrije invulling
  • Ma 21-11 Toets 2 lessonup meerkeuze/sleepvragen

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Video

This item has no instructions

Brood valt op basis van koopgewoontes onder
A
Convenience goods
B
shopping goods
C
Specialty goods

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Een lang weekend Landal valt op basis van koopgewoontes onder
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

En een cruise?
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

Onderscheid?
  • Er liggen geen duidelijke grenzen tussen producten op basis van koop gewoonten
  • Een cruise kan een shopping good zijn maar ook een specialty good
  • Zie video hierna

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Slide 54 - Video

This item has no instructions

Prijs

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Prijs
  • Prijs = de som van alle waarden die de consument inlevert (ruilt) voor het gebruik van een product of dienst
  • Wat is de klant bereid om te doen om het product te krijgen

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Wat ben je bereid te betalen voor een pak pannenkoekenmix?

Slide 57 - Open question

This item has no instructions

Wat ben je bereid te betalen voor een smartphone?

Slide 58 - Open question

This item has no instructions

Hoe lang ben je bereid om te reizen voor een pak pannenkoekenmix?

Slide 59 - Open question

This item has no instructions

Hoelang ben je bereid te reizen voor een smartphone?

Slide 60 - Open question

This item has no instructions

3 soorten prijszetting
  • Vraaggeoriënteerde prijszetting
  • Kostengeoriënteerde prijszetting
  • concurrentiegeoriënteerde prijszetting

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

Concurrentie georiënteerde prijsvorming

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

Vraag georiënteerde prijsvorming

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Slide 64 - Video

This item has no instructions

Een roltrap...
  • Er is geen roltrappenwinkel...
  • Er zullen hooguit 2 leveranciers/fabrikanten gevraagd worden
  • De prijs wordt bepaald op de kosten van het maken en installeren van de roltrap

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Welke prijszetting zal de recreatieve sector nu hanteren?
A
Vraag georiënteerd
B
Kosten georiënteerd
C
Concurrentie georiënteerd

Slide 66 - Quiz

Door corona is er een trend ontstaan dat Nederland weer massaal ontdekt wordt. Er is nu meer vraag dan aanbod waardoor de prijzen zijn gestegen.
Praktijk...
  • Geïntegreerde prijszetting
  • Combinatie van bereidheid, concurrentie, kostprijs

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Prijsrange
  • Minimale prijs
  • maximale prijs
  • Paragraaf 2.3.3 niet (komt terug bij promotie)

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Psychologische prijzen
  • € 5,00 of €4,99?
  • In horeca vaak 'ronde bedragen'
  • Psychologische prijzen lastig bij betaling

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Als een aanbieder zijn product aanbiedt voor €99,99 in plaats van €100,00, dan is dit een voorbeeld van
A
Vraag georiënteerde prijszetting
B
Kostprijs georiënteerde prijszetting
C
Concurrentie georiënteerde prijszetting
D
Psychologische prijszetting

Slide 71 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is een prijs van €99,99 geen vraag georiënteerde prijszetting?

Slide 72 - Open question

This item has no instructions

Plaats

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

Plaats
  • Vestigingsplaats
  • Inrichting
  • distributie = keuze verkoopkanaal

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

Waar ligt over het algemeen een vestiging van Ikea?

Slide 76 - Open question

This item has no instructions

Inrichting
  • Exterieur
  • Interieur

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Psychologie Ikea
'Here the trick is that because the lay-out is so confusing you know you won't be able to go back and get it later, so you pop it in your trolley as you go past.'

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

Wat is vestigingsplaats van bungalowparken?

Slide 80 - Open question

This item has no instructions

Waarom zijn bungalowparken verder van een bebouwde kom gevestigd?

Slide 81 - Open question

This item has no instructions

Inrichting Kruidvat
Inrichting Apple flag store
Naast 'buitenkant' ook 'binnenkant'

Slide 82 - Slide

This item has no instructions

Distributie

Slide 83 - Slide

This item has no instructions

Strategische distributie
  • Directe distributie (rechtstreekse levering)
  • Indirecte distributie (via een tussenpersoon)
  • Internet wordt steeds belangrijker als distributie kanaal

Slide 84 - Slide

This item has no instructions

Duale distributie
  • Zowel direct als indirect
  • Maar ook via internet
  • Via internet door tussenpersonen
  • voorbeeld hotel: rechtstreeks aan de balie, via telefoon, via internet, via internet via tussenpersoon (booking.com)

Slide 85 - Slide

This item has no instructions

Slide 86 - Slide

This item has no instructions

Promotie

Slide 87 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 88 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 89 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 90 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.