Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

Spelling 3.2 leestekens

Welkom bij Nederlands
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben we de vorige keer geleerd? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Wat hebben we de vorige keer gedaan?
  • Uitleg lezen 3.2 leestekens
  • Zelfstandig werken
  • Wat hebben we vandaag geleerd? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 3.2 
Leestekens


Doel: 
Je gebruikt leestekens juist

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 3.2 

1. Pas op Joost

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 3.2 

2. Pas op, Joost!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 3.2 

Welk verschil hoor je? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 3.2 

Lees mee naar de uitleg van 3.2 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 3.2 

Kijk mee naar opdracht 4:

Plaats punt, vraagteken, uitroepteken en komma waar dat moet.



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 3.2 

Kijk mee naar opdracht 4:

1.  Jeffrey wil jij die klant even terugbellen

2. U kunt me op maandag dinsdag woensdag en   vrijdag bereiken meneer wils

3. Wat een goed idee van jou

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 1.1




Slide 11 - Slide

De breuken 1/4 en 3/4 zijn gelijknamig, ze hebben dezelfde noemer. 
Opdracht 4

Leid de betekenis van de onderstreepte woorden af uit de zinnen: 

De politie trad kordaat op tijdens de brand. Omdat ze de situatie moedig tegemoet traden, kon grote schade worden voorkomen. 

Slide 12 - Slide

De breuken 1/4 en 3/4 zijn gelijknamig, ze hebben dezelfde noemer. 
Lees tekst 1 voor jezelf

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Wat betekent "contactloos"
A
Dapper
B
Rustig
C
Voorzichtig

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Leid de betekenis van het woord frequent af uit de zin:

Ramon is een frequent bezoeker van de kapper. Dat weet ik, omdat ik hem daar bijna elke week zie.
A
Beroerd
B
Matig
C
Regelmatig
D
Nooit

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent "contactloos"?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Welk woord herken je in "persoonlijk"?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Je mag nu zelfstandig aan de slag!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Extra opdracht 

Slide 19 - Slide

De breuken 1/4 en 3/4 zijn gelijknamig, ze hebben dezelfde noemer. 
Zelfstandig werken
Ga zelfstandig aan de slag met opdrachten 1 t/m 5.


Je hebt tot          :

 
Klaar?
Dan ga je iets voor jezelf doen! 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke moeilijke woorden kwam je tegen in deze les?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions



Raadsel

Slide 23 - Open question

This item has no instructions