3.4 Nog meer bankzaken? 3K

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

3Kader

3.4  Nog meer bankzaken?

Vorige week?

Herhaling 3.1 en 3.2

Les 3.3

Programma

Les 3.4 vooral over valuta en koersen

En het maken van de opdrachten

Kleine verandering, we gaan ondertussen de huiswerk opdrachten maken

Lesdoelen 3.4

- Welke rol speelt de bank bij vraag en aanbod van geld?

- Wat zijn de voor- en nadelen van beleggen in plaats van sparen

- Wat zijn vreemde valuta en hoe gebruik je de wisselkoers?

- Het omrekenen van vreemde valuta naar euro's

Herhalingsvragen

3.1, 3.2 + 3.3

Wat is een ander woord voor contant geld?

1. giraal geld
2. chartaal geld

Sparen uit voorzorg

Sparen voor de rente

Tekst

Sparen om in de zomer op vakantie te gaan

Sparen omdat de wasmachine kapot kan gaan

Geld op de spaarrekening om ervan te leven

Sparen voor een doel

Leent tot de kredietlimiet. Wat je hebt afgelost, mag je opnieuw lenen

Betaalt de lening in een bepaalde tijd

Rood staan op je betaalrekening

Persoonlijke lening

Doorlopend krediet

Salariskrediet

Redenen om te lenen

1. Tijdelijk geld tekort
2. Iets duurs kopen en nu genieten
3. Je hebt onverwacht geld nodig
4. Het kopen van een woning

Redenen om te lenen

1. Tijdelijk geld tekort (blue monday)
2. Iets duurs kopen en nu genieten
3. Je hebt onverwacht geld nodig
4. Het kopen van een woning

Wat zijn geen verdiensten voor een bank?

1. De spaarrente
2. De leningen
3. Het verschil tussen spaarrente en leenrente
4. Investeren van het spaargeld

Geld lenen

Wie investeert zijn geld?

In crypto

Ik spaar mijn geld op de spaarrekening

Meerdere

Ik investeer nog geen geld, ik geef het liever uit aan eten

Investeren = beleggen

Je geeft jouw geld aan aandelen

Stukje bedrijf

Risico's!

Opdrachten

Maken opdrachten pagina 82 en 83

Heb je al eens betaald met een andere valuta dan de euro? Zo ja, welke?

Vreemde valuta

Wisselkoers = vreemd geld kopen

€ 1,00 = ??

Bedrag vreemd geld = bedrag in euro's X lage wisselkoers

Bedrag in Ponden = € 500,- X 0,89 = € 445,-

Voor € 500,- kun je ... Dollar kopen.
Wisselkoers = 1,10

1. 500 / 1,1 = 454,55
2. 500 x 1,1 / 100 = 5,5
3. 500 x 1,1 = 550
4. 500 / 1,1 x 100 = 45454,55

Opdrachten

Maken opdrachten pagina 84

Bedrag vreemd geld = bedrag in euro's X lage wisselkoers

Voor het inkopen gebruik je altijd de laagste wisselkoers

Voor het verkopen van vreemde valuta's gebruik je de hoogste wisselkoers

Rekenvoorbeelden

Opdrachten

Maken opdrachten pagina 85

Wat heb je geleerd?

Wat is geen voordeel van beleggen?

1. Rente
2. Risico

Wat is geen voordeel van sparen?

1. Rente
2. Risico

Voor een Turkse reis koop je voor € 175,- Turkse Lira
Hoeveel Lira krijg je?

1. 175 x 6,51 = 1.139,25
2. 175 x 6,45 = 1.128,75
3. 175 / 6,51 = 26,88
4. 175 / 6,45 = 27,13

Terug van Japan Krijg je nog € 175,- Hoeveel Japanse Yen had je nog?

1. 175 x 114,67 = 20.067,25
2. 175 x 118,10 = 20.667,50
3. 175 / 114,67 = 1,52
4. 175 / 118,10 = 1,48

Nu opdrachten 3.3 maken!

Bladzijde 78