Motivational Interviewing

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 4

Motivational Interviewing

1. Kunnen vertellen wat MI is en wat het niet is
2. Het verschil herkennen tussen verandertaal en behoud taal
3. Kennis hebben van de basis houding van MI
4. De processen van MI kennen 
5. De kernvaardigheden van MI kennen en minimaal 1 ervan kunnen toepassen

Doelen

Binnen MGV wordt ervan uitgegaan dat een persoon het meest gemotiveerd raakt om te veranderen door redenen/ argumenten die hij zelf bedenkt.

Wat is Motiverende Gespreksvoering?

Wat is Motiverende Gespreksvoering niet?

MGV gaat niet over iets "installeren" wat ontbreekt, maar over ontlokken wat al aanwezig is.

Wat zeggen professionals:

Eindelijk een praktische methodiek

Meteen toepasbaar

Kost niet per se meer tijd

De ander motiveert zichzelf

Dansen en niet worstelen

De ander kent de antwoorden al (diep van binnen)

Mensen maken hun eigen keuzes

Werk ten volle voor het belang van de ander

4 processen:

Relatie bouwen en onderhouden

Focussen/ richting kiezen

Ontlokken

Planning

IV 

III 

II 

I 

En nu......in de beentjes!

Oefening met relatie in de groep

- teken elkaar na

- 2 leugens en een waarheid

- etc.

Verandertaal en behoudtaal

Behoudtaal

Alle uitspraken van de ander die pleiten tegen verandering en/of voor het huidige gedrag (de status quo).

“.. maar ik heb mijn slaap nodig”

“.. maar ik ben zo druk dat ik er niet eerder aan toe kom.”

Verandertaal

Alle uitspraken van de ander die pleiten voor verandering en/of negatief ten opzichte van huidige gedrag (de status quo).

“Ik zou graag minder vaak te laat willen komen”

“Ik zou graag eerder aan mijn huiswerk willen beginnen.."

Waar zit de verandertaal?

"Toen ik vijftig was bleef ik altijd op hetzelfde gewicht. Ik hoefde daar toen ook niets voor te doen. Ik bewoog wel regelmatig. Nu is het echt een ramp. Door de kleinste hapjes kom ik al aan in gewicht.”

Waar zit de verandertaal?

"Toen ik vijftig was bleef ik altijd op hetzelfde gewicht. Ik hoefde daar toen ook niets voor te doen. Ik bewoog wel regelmatig. Nu is het echt een ramp. Door de kleinste hapjes kom ik al aan in gewicht.”

Waar zit de verandertaal?

“Tja, de wetenschap weet het allemaal wel te vertellen. Ze zitten er trouwens wel vaker naast, al denk ik wel dat roken niet heel goed is.”

Waar zit de verandertaal?

“Tja, de wetenschap weet het allemaal wel te vertellen. Ze zitten er trouwens wel vaker naast, al denk ik wel dat roken niet heel goed is.”

Waar zit de verandertaal?

“Sporten en goede voeding zijn de basis van gezondheid, daar ben ik van overtuigd. Het is echter wel zo moeilijk. Veel mensen kunnen het wel. Mij lukt het echt niet. Ik vind sporten echt niet leuk en tegelijkertijd houd ik enorm van lekker eten. Ik zie niet hoe ik dit zou kunnen aanpassen.”

Waar zit de verandertaal?

“Sporten en goede voeding zijn de basis van gezondheid, daar ben ik van overtuigd. Het is echter wel zo moeilijk. Veel mensen kunnen het wel. Mij lukt het echt niet. Ik vind sporten echt niet leuk en tegelijkertijd houd ik enorm van lekker eten. Ik zie niet hoe ik dit zou kunnen aanpassen.”

Waar zit de verandertaal?

“Eigenlijk moet ik niet naar de supermarkt gaan als ik honger heb, maar ik moet toch ook eten he? Ga jij nooit naar de supermarkt met honger dan?”

Waar zit de verandertaal?

“Eigenlijk moet ik niet naar de supermarkt gaan als ik honger heb, maar ik moet toch ook eten he? Ga jij nooit naar de supermarkt met honger dan?”

Basishouding

On-

vermoeibaar

Compassie

Planning

Samen werken

Relatie opbouwen

Ontlokken

Aanvaarden

Advies geven

Zwijgen

De leerling zegt tegen de docent: “Ik zou mijn huiswerk beter moeten maken.”

1. Behoudtaal
2. Straattaal
3. Wartaal
4. Verandertaal

Je hoort een collega zeggen: “Over het algemeen hebben mensen die roken een lagere levensverwachting. Dit hoeft natuurlijk niet voor jou te gelden. U bepaalt zelf wat u wel en niet doet."

Welke van de 4 basisbehoeften binnen MGV komt hier met name naar boven?

1. Compassie
2. Ontlokken
3. Samenwerken
4. Aanvaarden (respect voor de autonomie)

Er zijn binnen MGV deelprocessen die zowel opeenvolgend als bij herhaling of gelijktijdig plaats kunnen vinden. Weet je ze nog?

Open vragen stellen

Een open vraag nodigt iemand uit om na te denken

Open vragen

Samen te werken

Je geeft de ruimte aan de ander die nodig is om aan te geven wat belangrijk is

Je geeft iemand ruimte om zelf na te denken

Informatie verkrijgen

Uit te nodigen tot zelfonderzoek

Verandertaal te ontlokken of versterken

Blijf je eigen lessen voorop stellen, dat zijn de voorbeelden voor collega's

Good practices > het laten zien verlaagt drempels

Kom voorzichtig met nieuwe functies > voor sommige collega's is het al heel wat dat een verschillende interactief element hebben gebruikt

 Neem je leidinggevende mee, in alles!

 Blijf op de hoogte van de mogelijkheden

 Samenwerken in de gedeelde map geeft inzicht in het werk van een ander + versterkt het samenwerken

Nadelen van gesloten vragen

• Je controleert of je eigen denkbeelden kloppen
• Een reeks gesloten vragen wekt de indruk dat jij de expert bent
• De vragen worden ervaren als een verhoor

Een vraag die begint met een werkwoord is altijd een gesloten vraag!!

Maak ze open

Heb je lekker geslapen?

Maak ze open

Maak ze open

Gaat het goed met jou?

Maak ze open

Fijn weekend gehad?

Maak ze open

Fijn weekend gehad?

Maak ze open

Heb je nog iets te vertellen?

Maak ze open

Heb je nog iets te vertellen?

Vragen met de bingokaart

Ambivalentie

"ik wil wel en ik wil niet"

Hoe laat zijn we klaar?

• Herhalen d.m.v. quizvragen
  
• Oefenen open vragen
  
• Theorie reflecteren, bevestigen en samenvatten
  
• Schaalvraag
  

Gesprek

Wie was er aan het werk?

Bij wie lag de regie?

Ben je tot de kern gekomen?

Wat valt je op?

9 x 1 = 9

9 x 2 = 18

9 x 3 = 27

9 x 4 = 36

9 x 5 = 45

9 x 6 = 54

9 x 7 = 63

9 x 8 = 72

9 x 9 = 81

9 x 10 = 91

Motivational Interviewing (MI) gaat vooral uit van.....

1. Overtuigen van de leerling
2. Overreden van de leerling
3. Extrinsieke motivatie van de leerling
4. Intrinsieke motivatie van de leerling

Wanneer geef je de leerling het beste eigen regie over zijn leerdoelen?

Door de leerling zelf te laten nadenken

Door advies te geven

Wanneer laat je de leerling het beste op zichzelf reflecteren?

Door gesloten vragen te stellen

Door open vragen te stellen

Wat zijn mogelijke nadelen van gesloten vragen?

(meerdere antwoorden zijn mogelijk)

1. Gesloten vragen helpen de ander doorgaans niet verder in het proces van gedragsverandering.
2. Gesloten vragen zetten de ander minder aan het nadenken.
3. Gesloten vragen roepen doorgaans eerder een korter antwoord op.
4. Te veel gesloten vragen komen het proces ‘relatie bouwen en onderhouden’ niet ten goede.

Welke gesprekstechniek hoort volgens Motivational Interviewing (MI) NIET thuis bij een gesprek ter motivatie van een leerling om de houding te veranderen?

Overtuigen en advies geven

Open vragen

Bevestigen (erkennen wat goed gaat)

Uitnodigen tot verandertaal

De docent zegt: "Wat zou je ervan vinden om deze week, ondanks je drukke schema, toch wat meer aan je huiswerk te doen? Dit is een: 

Gesloten vraag

Open vraag

Reflecteren

Reflecteren: gissen wat de ander bedoeld:

'

De theorie van reflecteren

'Een reflectie is het verwoorden van wat je denkt dat de ander bedoelt. Reflecteren is een belangrijke vaardigheid binnen MGV, omdat het essentieel is voor goede communicatie en een uitstekend hulpmiddel is voor zelfonderzoek''.

De theorie van reflecteren

• Testen of je aanname klopt
  
• Laten zien dat je luistert
  
• Tonen van begrip, oprechte interesse en empathie
  
• Aanmoedigen om verder te vertellen
  
• Meer informatie en inzicht krijgen
  
• 
  Uitnodigen tot zelfonderzoek (wat kan leiden tot nieuwe inzichten en zelfkennis) 

Reflectief luisteren kan verschillende doelen hebben. Enkele mogelijke doelen zijn:

Reflecteren: Hoe doe je dat?

In plaats van na het antwoord van de ander een vraag te stellen, verwoord je bij een reflectie juist wat je denkt dat de ander bedoelde met het antwoord.

“U baalt ervan dat u niet vooruitgaat? ”

“U baalt ervan dat u niet vooruitgaat.”

“U wilt gezonder gaan eten? ”

“U wilt gezonder gaan eten.”

Lees de volgende zinnen eens hardop voor:

Hoor je het verschil in intonatie? Voel je ook dat iemand er verschillend op zal reageren?

De toonzetting is voor een reflectie heel belangrijk. Als je stem aan het einde toch omhoog gaat wordt het door de ander (onbewust) als een vraag gezien en ben je het effect van een reflectie kwijt.

Je gesprekspartner zegt: "Mijn diëtist zei laatst dat het best okay was om een tussendoortje te nemen, maar ik moest het niet te gek maken. Een rol koekjes is natuurlijk te veel."

Maak een passende reflectie op deze reactie. 

Je hebt voorgesteld om meer te gaan bewegen. De ander reageert: "Om nou helemaal naar het bos te gaan om te gaan wandelen is ook zo wat. Al houd ik wel van de natuur."

Maak een passende reflectie op deze reactie.

Je hebt het onderwerp 'te laat komen' aangesneden. De ander reageert als volgt: "Ik zou kunnen overwegen mijn best te doen, maar andere docenten komen zelf ook te laat."

Maak een passende reflectie op deze reactie.

Soorten reflecties

 “U wilt wel komen en doorgaan met de behandeling, als het maar geen pijn doet.”

“U ziet op tegen de pijn.” 

“U overweegt om niet meer te komen

Je verwoordt wat er ook is, namelijk dat de ander wel hier is en blijkbaar wel iets wil, maar dat is niet met zoveel woorden gezegd. Het is er wel, maar het zit meer onder

Eenvoudige reflectie:

Complexe reflectie:

“Als ik pijn moet lijden, dan kom ik niet meer.”

Bevestigen

• Dit houdt in dat je de waarde van de ander en de kwaliteiten, inspanningen en mogelijkheden herkent, en ook benoemt.
• Een ideale bevestiging is  een nuchtere vaststelling van iets goeds, gebaseerd op wat de ander je op dat moment vertelt of laat zien

                                              

Bevestigen

Wat kan een gevaar zijn?

Samenvatten

Samenvatten

Samenvattingen zijn eigenlijk reflecties waarin je meerdere aspecten samen neemt, en in één uitspraak terug geeft. Als een boeket.

Samenvattingen geven structuur aan het gesprek. Ze helpen je om de rode draad vast te houden, en alles goed te onthouden.

Opdracht

Opdracht

Maak drietallen en bedenk allemaal wat een ambivalent van je is.

1 persoon past MI toe bij de ander en gaat (d.m.v. ORBS) op zoek naar de motivatie om te veranderen en naar het eerste kleine doel

De 3e persoon evalueert het gesprek als het tijd is of klaar is. Hij let vooral op het toepassen van open vragen en reflecties

Schaalvragen

Doel: Veranderen van gedrag

Samen op zoek naar het eerste kleine stapje

Motivational Interviewing