This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les 7
Slide 1 - Slide
Herhalen Theorie WTT Les 5 + 6
Slide 2 - Slide
Is hier sprake van een verzwegen argument?
"Griekenland moet uit de EU want ze zijn bijna failliet."
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Zij moet de opvolger worden van onze coach, want ze heeft al veel ervaring.
A
enkelvoudig
argumentatieschema
B
onderschikkend argumentatieschema
C
afhankelijk nevenschikkend argumentatieschema
D
onafhankelijk nevenschikkend argumentatieschema
Slide 4 - Quiz
Dat is een prima betoog. Dat vindt mijn lerares ook.
A
Onjuist beroep op oorzaak-gevolg
B
Onjuist beroep op kenmerk
C
Onjuist beroep op voorbeeld
D
Onjuist beroep op autoriteit
Slide 5 - Quiz
Is hier sprake van een verzwegen argument?
"Derksen is een waardeloos politicus want hij komt nooit na wat hij gezegd heeft."
A
Nee
B
Ja
Slide 6 - Quiz
Meneer De Vries, mijn leraar Duits, had een fout antwoord goed gerekend. Zie je nou wel dat leraren altijd slordig nakijken!
A
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
Onjuist beroep op voor- en nadelen
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Overhaaste generalisatie
Slide 7 - Quiz
Zij moet de opvolger worden van onze coach want ze heeft al veel ervaring, zo was ze drie jaar lang een coach bij Eendracht.
A
enkelvoudig
argumentatieschema
B
onderschikkend argumentatieschema
C
afhankelijk nevenschikkend argumentatieschema
D
onafhankelijk nevenschikkend argumentatieschema
Slide 8 - Quiz
"Wat weet jij nou van gezond leven? Je rookt als een ketter!"
A
ontduiken bewijslast
B
persoonlijke aanval
C
cirkelredenering
D
bespelen van publiek
Slide 9 - Quiz
Ga je niet mee naar de bioscoop? Je gaat liever lekker in je eentje zitten Netflixen?
A
vertekenen van standpunt
B
bespelen publiek
C
persoonlijke aanval
D
cirkelredenering
Slide 10 - Quiz
Zij moet de opvolger worden van onze coach want ze heeft al veel ervaring, ze heeft een positieve uitstraling en we willen graag een vrouwelijke coach.
A
enkelvoudig
argumentatieschema
B
onderschikkend argumentatieschema
C
afhankelijk nevenschikkend argumentatieschema
D
onafhankelijk nevenschikkend argumentatieschema
Slide 11 - Quiz
Je kunt het ook nooit goed doen als automobilist: als je te hard rijdt ben je een gevaar op de weg, maar als je te langzaam rijdt, hinder je de doorgang van het verkeer.
A
cirkelredenering
B
vals dilemma
C
ontduiken van bewijslast
D
bespelen van publiek
Slide 12 - Quiz
Iedereen zou moeten stoppen met roken. Het kost veel geld en het is belangrijk om aan het eind van de maand geld over te houden.
A
enkelvoudig
argumentatieschema
B
onderschikkend argumentatieschema
C
afhankelijk nevenschikkend argumentatieschema
D
onafhankelijk nevenschikkend argumentatieschema
Slide 13 - Quiz
Ik vind musea maar saai. Bovendien is de entreeprijs vaak veel te hoog.
A
vals dilemma
B
cirkelredenering
C
ontduiken bewijslast
D
vertekenen standpunt
Slide 14 - Quiz
WTT Theorie bladzijde 61-63
13 Beeldspraak
14 Stijlfiguren
Slide 15 - Slide
Beeldspraak
Metaforen:
vergelijking met verbindingswoord:
Zo trouw als een hond.
zuivere metafoor:
Voetbal is oorlog.
personificatie:
Het schilderij leert ons dat in de 17e eeuw ...
synesthesie:
Wat een schreeuwende kleuren!
Slide 16 - Slide
Beeldspraak
Metonymia:
pars pro toto:
Alle neuzen dezelfde kant op laten wijzen.
totum pro parte:
Rotterdam wil de binnenstad afsluiten voor verkeer.
abstractum pro concreto:
Het hele kantoor ging naar Berlijn.
concretum pro abstracto:
Een goede boterham verdienen.
Slide 17 - Slide
Stijlfiguren
repetitio (herhaling)
Zij keerde nooit, nooit, nooit meer terug.
tricolon (drieslag)
Hij is gezond in hoofd, lijf en leden.
climax
Is het een vogel? Is het een vliegtuig? Het is Superman!
anticlimax
Een mooie telefoon voor mama, een luxe boorset voor papa, en voor jou ... een bosje bloemen.
Slide 18 - Slide
Stijlfiguren
antithese (tegenstelling)
In voor- en tegenspoed.
paradox (schijnbare tegenstelling)
Schrijven is de kunst van het schrappen.
retorische vraag
In een betoog: Klimaatverandering moet worden tegengegaan. Dat vind u toch ook?
hyperbool
Ik verga van de honger! Ze huilde de ogen uit het hoofd.
Slide 19 - Slide
Stijlfiguren
understatement
Vandaag hebben we het Witte Huis gezien, best een leuk stulpje.
ironie
‘Je kletst me de oren van het hoofd’, zegt de leraar tegen het stille, verlegen meisje.
sarcasme
Ik applaudisseerde omdat het afgelopen was, niet omdat ik het leuk vond.