What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
11 sept Spreken 1.1 Voorbereiding en opbouw van een presentatie 11 sept 2LM1V
Welkom
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Spreken
1.1 Voorbereiding en opbouw van een presentatie
1.2 Aantrekkelijk presenteren
Slide 3 - Slide
Lesdoel
Je kunt een
samenhangende
presentatie voorbereiden.
Je houdt in je presentatie rekening met je
doel
en het
publiek
.
Slide 4 - Slide
"Praten is net als fietsen: als je erover na gaat denken, val je om."
Slide 5 - Slide
Maar........
Voorbereiding:
Welk
doel
heeft je presentatie?
Voor welk
publiek
?
Informatie verzamelen
over het onderwerp.
Denk na over
opbouw
presentatie
Hoe ga je presenteren: wel/geen gebruik
presentatieprogramma
(bijvoorbeeld Powerpoint)
Slide 6 - Slide
Opbouw van presentatie
Slide 7 - Slide
Inleiding
Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp
Stel jezelf voor (als dat nodig is).
Leg uit wat je gaat vertellen en waarom.
Maak duidelijk wanneer ze vragen kunnen stellen....
Slide 8 - Slide
Middenstuk
Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.
Gebruik
signaalwoorden
(daarna, vervolgens, als eerst...). Dat geeft
samenhang
aan jouw verhaal.
Slide 9 - Slide
Slot
Geef een korte samenvatting of conclusie.
Sluit het af met een uitspraak of tip.
Vraag of er nog vragen zijn.
Bedank het publiek
Slide 10 - Slide
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'ten slotte'?
A
tijd
B
samenvatting
C
oorzaak-gevolg
D
opsomming/volgorde
Slide 11 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord maar
A
tegenstelling
B
voorwaarde
C
tijd
D
conclusie
Slide 12 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'zoals'?
A
reden
B
conclusie
C
tijd
D
toelichting/vergelijking
Slide 13 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'kortom'?
A
voorwaarde
B
vergelijking
C
samenvatting
D
conclusie
Slide 14 - Quiz
Aan de slag:
1.1 Spreken
Voorbereiding en opbouw van een presentatie
Opdracht 1 t/m 5
Slide 15 - Slide
tot de volgende les
Slide 16 - Slide