2D 3D

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij Rekenen!

- Oriëntatie in de 2d en 3d wereld

- Verhoudingen (tijd/ afstand)

Orientatie 2d en 3d wereld

1.  Figuren

2. Aanzichten, kijklijnen en routes

3. Omtrek en Oppervlakte

4. Inhoud

Vlakke figuren

- Twee dimensionaal/ plat --> l x b = oppervlakte (m2) = 2 dimensies

Ruimtelijke figuren

- drie dimensionaal - niet plat -> l x b x h = inhoud (m3) = 3 dimensies

Wat is de naam van
dit figuur?

1. cirkel
2. buis
3. cilinder
4. rol

Wat is de naam van
dit ruimtelijke figuur?

1. cilinder
2. balk
3. prisma
4. piramide

Orientatie 2d en 3d wereld

1.  Figuren

2. Aanzichten, kijklijnen en routes

3. Omtrek en Oppervlakte

4. Inhoud

Gebruik in een routebeschrijving!

Orientatie 2d en 3d wereld

Welke straten lopen evenwijdig?

Schaal

sophiastraat

Maarsbergen

Vanuit welke windrichting zie je dit aanzicht van het gebouw?

Orientatie 2d en 3d wereld

1.  Figuren

2. Aanzichten, kijklijnen en routes

3. Omtrek en Oppervlakte

4. Inhoud

omtrek: l + b + l + b

opp: l x b

Wat is de omtrek?

Wat is de omtrek?

oppervlakte = m2

rechthoek: 

algemene formule: l x b

rechthoekige driehoek formule: l x b / 2

= 5 x 3,2 / 2 = 8 m2

cm2-> dm2-> m2

15000/ 100 = 150 dm2

150/100 = 1,5 m2

Orientatie 2d en 3d wereld

1.  Figuren

2. Aanzichten, kijklijnen en routes

3. Omtrek en Oppervlakte

4. Inhoud

m3       

- 

OF:  inhoud = oppervlakte grondvlak × hoogte

1 - 170

2- 70

3 - 80

3 - 70+60+70+170+140= 510/5 = 102 

80 cL = ... liter

0,3 liter = ... dL

1. Dat kun je niet weten
2. 125 cm2
3. 25 cm3
4. 125 cm3

Het zwembad is 165 cm diep. Hoeveel water zit er in het zwembad? 

hhet

165 cm = 16,5 dm = 1,65 m

1,65 * 3 * 2 = 9,9 m3

1 liter

10 liter

1 centiliter

7,2 liter

2 deciliter

Afstand, snelheid en tijd

Snelheid geeft aan welke afstand er in een bepaalde tijd wordt afgelegd. Snelheid is dus een verhouding tussen afstand en tijd.

Je kunt bij het rekenen met snelheid het stappenplan snelheid, afstand of tijd uitrekenen gebruiken:

1 Schrijf de afstand en de tijd die je weet in een verhoudingstabel.

2. Reken de verhouding om.

VB: 

X loopt 2 km in 15 min; 

Hoe hard loopt X per uur? 

tijd	15 min	1	60
afstand	2 km	0,133	8 km (rennen)

Verhoudingen tijd en afstand

tijd min          10     4       54 min

afstand km   2,5    1         13,5