Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹Return to search

6.2: de of het

6.2: de of het
Aan het einde van de les ken jij de lidwoorden 'de' en 'het'.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.2: de of het
Aan het einde van de les ken jij de lidwoorden 'de' en 'het'.

Slide 1 - Slide

Wat draagt Brinesh?
A
Broek en vest
B
Jurk en vest
C
Trui en jas
D
Shirt en rok

Slide 2 - Quiz

1 schoen,
10 .........

Slide 3 - Open question

Maak een zin.

Slide 4 - Open question

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: 
de, het, een.

 - De en het
 - Een : leren we in hoofdstuk 8!




Slide 5 - Slide

De 
Veel woorden beginnen met De. 
de tas - de broek - de vrouw - de jongen - de vraag

Slide 6 - Slide

Het
Sommige woorden beginnen met Het. 
Het boek - het kind - het raam - het antwoord

Slide 7 - Slide

Verkleinwoorden
Elk verkleinwoord heeft als lidwoord:  het.
Het huisje - het jongetje - het broekje 

Slide 8 - Slide

Meervoud
Elk meervoud heeft als lidwoord:  de. 
De broeken - de huizen - de scholen

Slide 9 - Slide

Vul het goede lidwoord in.....
meisje
A
De
B
Het

Slide 10 - Quiz

Vul het goede lidwoord in.....
gezicht
A
De
B
Het

Slide 11 - Quiz

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 12 - Quiz

lidwoorden
Wat is fout?
A
de hoofdstuk
B
de machine
C
de fotograaf
D
de school

Slide 13 - Quiz

Welk lidwoord?
...............zee
A
de
B
het

Slide 14 - Quiz

Vul het goede lidwoord in.....
arm
A
De
B
Het

Slide 15 - Quiz

Vul het goede lidwoord in.....
vinger
A
De
B
Het

Slide 16 - Quiz