Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

VTH skills medicatie

                                Basiskennis 
                                                    medicatie
Medicatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

                                Basiskennis 
                                                    medicatie
Medicatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vormen van medicijnen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

Tabletten, dragees en capsules kunnen zo gemaakt zijn dat de werkzame stof niet in de maag, maar pas in de dunne darm vrijkomt. Hierdoor kan het maagzuur het medicijn niet aantasten.
Deze medicijnen mogen nooit gekauwd, gebroken of gemalen worden.

Zetpillen bestaan uit een gemakkelijk smeltende stof waarin de geneesmiddelen zijn verwerkt. Het geneesmiddel wordt via de slijmvlieswand van de darmen snel in het bloed opgenomen.


Toedieningswegen
- oraal 
-rectaal
- sublinguaal
- injectie (subcutaan, intraveneus, intramusculair, intra-articulair, intra cardiaal, intralumbaal en epiduraal)
- inhalatie
- transdermaal
-vaginaal


Slide 4 - Slide

oraal = via de mond 

rectaal = via de anus

sublinguaal = onder de tong (hartproblemen, epilepsie)

transdermaal = via pleister (lokale toediening maar soms systemische werking denk maar aan nicotine pleister)

inhalatie = tracheaal via luchtpijp of nasaal via neus (astma) soms lokaal soms systematisch

vaginaal = via de vagina (anti schimmel)




Noteer 3 aandachtspunten bij het bewaren van medicijnen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bewaren van medicatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Altijd in originele verpakking
< Baxter 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Extra aandacht bij ouderen:
verminderde werking nieren en lever
veel verschillende medicijnen
veel ziektes naast elkaar
soms therapie ontrouw ( vergeetachtig, verminderd zicht, problemen met inname)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat check je bij het geven van medicatie?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tips medicatieveiligheid
  • Voel je je bekwaam in voorbehouden en risicovolle handelingen?
  • Wees je bewust van de risico’s in het medicatieproces
  • Noteer afspraken over medicatie toedienen in het zorgplan
  • Als zorgmedewerker heb je een signalerende functie
  • Zorg voor een duidelijke toedienlijst en actueel medicatieoverzicht

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

  • Let op dat de medicijnen goed bewaard worden
  • Zorg ervoor dat je ongestoord kunt werken met medicatie
  • Dubbele controle van risicovolle medicijnen is voor de veiligheid van de cliënt
  • Meld altijd medicatiefouten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is een contra-indicatie?
A
een reden om een medicijn te geven
B
een reden om het medicijn NIET te geven
C
verslaving
D
giftige hoeveelheid

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Een dragee is...
A
een zetpil
B
een tablet met een suikerlaagje
C
een soort injectie
D
een bruistablet

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn bijwerkingen van medicijnen?
A
ophoping van medicijnen in het lichaam
B
de invloed van de medicijnen op elkaars werking
C
steeds meer nodig voor dezelfde werking
D
een ongewenste reactie bij een normaal gebruik

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

welke medicatiefouten worden er veel gemaakt?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Te laat gegeven
B
Verkeerde cliënt
C
Te hoge of lage doseringen
D
Verkeerde combinaties

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je als eerste als er een medicatiefout is gemaakt?
A
Melden bij leidinggevende
B
MIC invullen
C
Huisarts/arts raadplegen
D
Onderzoeken waarom het fout gegaan is

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De reden waarom iemand een medicijn voorgeschreven krijgt noemen we een:
A
contra-indicatie
B
indicatie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeld van een symptoombestrijder is ......
A
Antibiotica
B
Hormonen
C
Pijnstiller
D
Maagmiddel

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Oraal betekent..
A
medicijnen via de anus
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via een injectie
D
medicijnen via de mond

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Oefenen in subgroepen
- klysma toedienen adhv Vilans protocol
- inhalatie medicatie
- medicatie veiligheid

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Wat heb je geleerd vandaag?
-klysma toedienen
- Medicatieveiligheid
- inhalatiemedicatie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Vooruitblik


Volgende week:
Verzorgen van een stoma

Slide 24 - Slide

This item has no instructions